Al-Badi’ (de Unieke Uitvinder, de Vernieuwer)
Allah is Al-Badi’, de Unieke Uitvinder, de Vernieuwer. Hij is zelf Uniek en al hetgeen hij heeft geschapen is ook uniek. Deze Naam komt veel overeen met de Naam al- Mubdi, de Beginner. Degene die in zijn tijd en in zijn professie uniek is, noemen wij Bad’i.
Zo zegt Allah: ‘’[Hij is] de Schepper van de hemelen en van de aarde. Wanneer Hij tot iets heeft besloten, behoeft Hij alleen ‘’Wees’’ [‘’Kun’’] te zeggen en het is.’’ Surat al-Baqara, vers 117
Dit betekent dat alles heel makkelijk te doen is voor Allah. Nog voordat de Kaf en de Nun [van Kun] bij elkaar komen, geschiedt de Wil van Allah al. Zo Machtig is Hij!
Al-Baaqi’ (de Eeuwige)
Allah is al-Baaqi’, de Eeuwige. Allah is de Maker van alles dat bestaat. Dit wordt Wajid al-Wujud genoemd. Daarnaast is Hij ook Wajib al-Wujud. Dit betekent dat Zijn Bestaan verplicht is. Als Hij niet zou bestaan, dan zou niemand kunnen bestaan. De Naam Al-Baaqi’ suggereert de toekomst; dus dat Allah de Eeuwige in de toekomst is. De Naam Al-Qadim suggereert het verleden; dus dat Allah geen begin heeft. Allah is dus Eindeloos [Abadi] en Beginloos [Azali]. Zo zegt Allah: ‘’Alles wat zich op haar [de aarde] bevindt vergaat en het aangezicht van jouw Heer blijft, de Bezitter van Majesteit en van Eer.’’324
Dat mensen in het hiernamaals, dus in hemel of hel, eeuwig zullen zijn, betekent niet dat mensen eeuwig zijn net als Allah. De Eeuwigheid van Allah is namelijk onafhankelijk, terwijl de eeuwigheid van de mens afhankelijk is van de Wil en Toestemming van Allah.
De verschillende termen die te maken hebben met tijd, zoals verleden, heden en toekomst worden enkel gebruikt, zodat mensen een beeld hebben. Tijd heeft namelijk geen invloed op Allah. Alles dat te maken heeft met tijd is onderhevig aan verandering en ontwikkeling. Als we zouden stellen dat tijd van invloed is op Allah, dan zouden we zeggen dat Allah verandert en zich ontwikkelt. Dit kunnen wij niet stellen, omdat Hij de Schepper is van tijd en Verheven is boven tijd.
Al-Warith (de Ervende van alles)
Allah is al-Warith, de Ervende van alles. Zo zegt Allah: ‘’Zeker, Wij doen leven en [Wij] doen sterven en Wij zijn de erfgenamen.’’325
En: ‘’Dat is de Tuin die Wij [een gedeelte] van Onze dienaren doen erven, die zich bewust zijn [van Ons].’’326
En: ‘’Dit is de schepping van Allah. Toon Mij nu wat degenen buiten Allah hebben geschapen.
Nee, de onrechtplegers verkeren in duidelijke dwaling.’’327
Allah zal nadat iedereen dood is gegaan, het volgende zeggen: “Van wie is het Koninkrijk vandaag?” Niemand kan Hem een antwoord geven, omdat er niemand zal zijn. Er zal een hele lang tijd stilte zijn, waarna hij vervolgens zal zeggen: “Van Allah; de Enige, de Heerser”.
Er zijn mensen die zichzelf zien als heerser of koning, maar dit is allemaal schijn. Degenen die met het oog van het hart zien, weten dat Allah de enige Heerser en Koning is. Alles behalve Allah is vergankelijk.
Levenslessen
Mensen zijn slechts tijdelijke bewindvoerders en kunnen alleen datgene doen wat Allah toestaat. Zoals de bekende dichter Yunus Emre [rahimahu Allah] zei: ‘’Bezitter van geld, bezitter van eigendom. Waar is hiervan de eerste Eigenaar? Geld is een leugen en bezittingen zijn ook een leugen. Kom jij ook maar en verdoe ook maar beetje je tijd.’’
Dit betekent dat geld jou niet moet domineren, want anders zal je er een slaaf van worden. Rijk zijn is opzicht niet erg, maar het gaat erom hoe je ermee omgaat. Er waren hele rijke metgezellen, zoals Abu Bakr [radi Allahu anhu]. Zij hadden het geld echter in hun handen en niet in hun harten. Als Allah jou veel geld en bezittingen heeft gegeven, dan dien je een deel ervan te geven aan de armen. Allah zegt: ‘’En laat degenen die gierig zijn ten aanzien van hetgeen Allah hun van Zijn overvloed heeft gegeven, niet denken dat dat goed voor hen is. Nee, het is slecht voor hen. Om hun nek wordt op de Dag der Opstanding datgene gehangen wat zij uit gierigheid voor zichzelf hielden. En aan Allah behoort de nalatenschap van de hemelen en van de aarde en Allah is goed op de hoogte van hetgeen jullie verrichten.’’328
Bezitting is verantwoording
De wereld is het niet waard om te ruziën voor geld en bezittingen. Voor elke bezitting moet je namelijk verantwoording afleggen bij Allah. Er was ooit een rijke handelaar in een dorp. Hij beloofde de helft van zijn rijkdom te geven aan degene die 1 nacht met hem zou doorbrengen in zijn graf als hij zou komen te overlijden. Toen de man kwam te overlijden werd dit bericht snel verspreid in het dorp, maar niemand durfde het.
Er was echter een arme kruier die dit wilde doen. Hij zei: “Ik heb enkel een draagmand en een stuk touw. Ik heb toch niks te verliezen.” De kruier werd in het graf gezet en begon zich net te verheugen op zijn toekomstige rijkdom en status, toen hij opeens de 2 engelen van het graf zag. Zij zeiden tegen elkaar: “De dode kunnen we altijd nog ondervragen; laten we beginnen bij deze levende man.” De kruier begon te beven en zweten en wist niet wat hem overkwam. Er werden hem allemaal vragen gesteld over het stuk touw dat hij had. “Voor hoeveel heb je het gekocht? Heb je de werkelijke waarde ervoor betaald? Heb je de verkoper opgelicht? Waar gebruik je het voor?” De man kon uit angst moeilijk antwoord geven en telkens als hij antwoord gaf, volgde er een nieuwe vraag over zijn stuk touw. Dit duurde heel de nacht door. Toen de zon opkwam waren de mensen verzameld om het graf van de kruier om hem te feliciteren met zijn rijkdom. Ze waren erg nieuwsgierig naar zijn ervaring en vroegen hem hoe een nacht in het graf was. Hierop zei de kruier: “Ik hoef het niet. Ik hoef niks van zijn rijkdom. Ik kon mij tot de ochtend niet verantwoorden voor 1 stuk touw. Hoe zou ik verantwoording kunnen afleggen voor al die bezittingen?”
Wees een vreemde of reiziger
Dit leven is tijdelijk en op een dag zullen we alle bezittingen achter ons laten. Vergeet dat nooit! Ibn Omar levert het volgende over: ‘’De Profeet [sal Allahu alayhi wa sallam] pakte me bij mijn schouders en zei: ‘’Wees op deze aarde alsof je een vreemde of reiziger bent.’’ En Ibn Omar zei altijd: ‘’Als het avond is geworden, verwacht dan niet dat het ochtend gaat worden. En als het ochtend is geworden, verwacht dan niet dat je de avond gaat bereiken. En benut de tijden van gezondheid, voordat je ziek wordt. En benut je leven voordat je doodgaat.’’329
Abdullah ibn Omar levert het volgende over: ‘’Omar [radi Allahu anhu] kwam binnen bij de Profeet [sal Allahu alayhi wa sallam] en de Profeet [sal Allahu alayhi wa sallam] lag op de grond op een rieten mat. Dit zorgde voor strepen op het lichaam van de Profeet [sal Allahu alayhi wa sallam]. Omar begon hierdoor te huilen en de Profeet [sal Allahu alayhi wa sallam] vroeg: ‘’Wat is er met jou o Omar?’’ Hij zei: ‘’Is het niet beter dat we voor u een (zachte) bed maken die beter is dan dit?’’ De Profeet [sal Allahu alayhi wa sallam] zei: ‘’Wat moet ik met de wereld en wat moet de wereld met mij? Ik zweer bij Allah die mijn leven in Zijn macht heeft. De gelijkenis tussen mij en de wereld is als iemand op een paard die op een warme dag, overdag voor een uur uitrust onder een boom en het vervolgens verlaat.’’330
Met je sokken naar het hiernamaals?
De Profeet [sal Allahu alayhi wa sallam] gaf geen waarde aan de wereld, omdat hij [sal Allahu alayhi wa sallam] de waarde van het hiernamaals kende. Er is een bekend verhaal van een rijke man die twee brieven achterliet voor zijn enige zoon. Hij mocht deze brieven pas openen nadat zijn vader zou overlijden. Toen hij was overleden, opende de zoon de eerste brief, waarin stond dat hij sokken om de voeten van zijn vader moest doen. Dit probeerde hij, maar de Imam liet dit niet toe, omdat een overledene alleen in een Islamitische lijkwade [Kafan] mag zijn. De zoon was verdrietig, omdat hij de laatste wens van zijn vader niet in vervulling kon brengen, maar toen herinnerde hij zich de tweede brief. Hij opende de brief en daarin stond: ‘’Zie je mijn zoon? Je kan niet eens een paar sokken meenemen naar het hiernamaals.’’
323 Surat al-Baqara, vers 117
324 Surat al Rahman, verzen 26 en 27
325 Surat al Hijr, vers 23
326 Surah Maryam, vers 63
327 Surah Luqman, vers 11
328 Surat Ali Imran, vers 180
329 Bukhari
330 Tirmidhi
Lees meer: 9 lessen uit de dialoog tussen Allah (swt) en Musa (as)