De wereld is een voorbereiding op het hiernamaals
De voordelen van het geloven in het hiernamaals.
De Koran zegt ook dat dit wereldse leven een voorbereiding is op het eeuwige leven na de dood. Maar zij die dit ontkennen worden slaven van hun hartstochten en begeerten en drijven de spot met deugdzame en godvrezende mensen. Zulke mensen beseffen hun dwaasheid pas op het moment van hun dood en wensen tevergeefs om nog een kans in de wereld te krijgen. Hun ellendige toestand bij hun dood, de verschrikking van de Dag des Oordeels en de eeuwige gelukzaligheid die de oprechte gelovigen is beloofd, worden in de volgende verzen van de Koran zeer mooi genoemd.
“Totdat, wanneer de dood tot een hunner komt, hij zegt: ‘Mijn Heer, zend mij terug, opdat ik goed moge doen in hetgeen ik heb achtergelaten!’ Maar neen! Het is slechts een woord dat hij spreekt, en achter hen is een barrière tot de Dag waarop zij worden opgewekt. En wanneer de bazuin geblazen zal worden, zal er op die dag geen verwantschap tussen hen zijn, noch zullen zij naar een ander vragen. Dan zullen zij, wier weegschalen zwaar zijn, slagen. En zij, wier schalen licht zijn, zijn het, die hunne zielen zullen verliezen, in de hel verblijvende, het vuur zal hunne aangezichten verbranden, en zij zullen daarin verblijd worden.” (Koran 23:99-104)
Vrees voor Zijn bestraffing en de hoop op Zijn beloning
Het geloof in het leven na de dood garandeert niet alleen succes in het Hiernamaals, maar maakt ook deze wereld vol vrede en geluk. Dit komt doordat het individuen buitengewoon verantwoordelijk en plichtsgetrouw maakt in hun activiteiten vanwege hun ontzag voor Allah: de vrees voor Zijn bestraffing en de hoop op Zijn beloning.
Denk aan de mensen in Arabië. Gokken, drinken, plunderen en moorden waren de voornaamste kenmerken van hun samenleving toen zij nog niet in een hiernamaals geloofden. Maar zodra zij het geloof in één God en het leven na de dood aanvaardden, werden zij het meest gedisciplineerde volk van de wereld. Zij gaven hun ondeugden op, hielpen elkaar in tijden van nood en beslechtten al hun geschillen op basis van rechtvaardigheid en gelijkheid. Evenzo heeft het ontkennen van het leven na de dood niet alleen gevolgen in het Hiernamaals, maar ook in deze wereld. Wanneer een volk als geheel het ontkent, gaan allerlei soorten kwaad en corruptie welig tieren in die samenleving en wordt zij uiteindelijk vernietigd. De Koran vermeldt het verschrikkelijke einde van de ‘Aad, Thamoed en de Farao vrij uitvoerig:
De stammen die zich tegen Allah keerden
“(De stammen van) Thamoed en ‘Aad geloofden niet in het komende oordeel. Wat Thamoed betreft, zij werden vernietigd door de bliksem en wat ‘Aad betreft, zij werden vernietigd door een hevige brullende wind, die hij zeven lange nachten en acht lange dagen over hen liet waaien, zodat gij het volk er in uitgestrekt zou zien liggen, als waren zij de stronken van omgevallen palmbomen.
“Ziet gij nu overblijfselen van hen? Ook farao en zij die vóór hem waren en de steden die in verval waren geraakt. Zij begingen dwalingen en zij die vóór hem waren, en zij kwamen in opstand tegen de boodschapper van hun Heer, en Hij greep hen met een geweldige greep. En toen het water rees, brachten Wij u in het lopende schip, opdat Wij het tot een vermaning voor u zouden maken en voor aandachtige oren om vast te houden.
‘Wanneer de wereld zal worden opgeheven..’
“En wanneer de bazuin met één stoot zal worden geblazen en de aarde en de bergen met één stoot zullen worden opgeheven en verpletterd, dan zal op die dag de Verschrikking geschieden en de hemel zal worden gespleten, want op die dag zal zij zeer broos zijn.
“Dan zal hij, die zijn boek in zijn rechterhand krijgt, zeggen: ‘Hier, neem en lees mijn boek! Voorzeker, ik dacht dat ik mijn afrekening zou ontmoeten. Zo zal hij zijn in een aangenaam leven in een verheven tuin, de trossen nabij om te verzamelen. Eet en drinkt met heilzame eetlust om wat gij lang geleden deedt, in de dagen die voorbij zijn.
Maar hij, aan wie het boek in de linkerhand wordt gegeven, zal zeggen: “Had ik mijn boek maar niet gekregen en mijn afrekening niet geweten! Had dat maar het einde geweest! Mijn rijkdom heeft mij niet gebaat, mijn gezag is van mij heengegaan.”” (Koran 69:4-29)
Conclusie
Er zijn dus zeer overtuigende redenen om in leven na de dood te geloven.
Ten eerste hebben alle profeten van Allah hun volk opgeroepen erin te geloven.
Ten tweede, telkens wanneer een menselijke samenleving is opgebouwd op basis van dit geloof, is het de meest ideale en vreedzame samenleving geweest, vrij van sociale en morele kwaden.
Ten derde getuigt de geschiedenis, dat telkens wanneer dit geloof door een groep mensen collectief wordt verworpen, ondanks de herhaalde waarschuwing van hun Profeet, de groep als geheel door Allah wordt gestraft, zelfs in deze wereld.
Ten vierde, de morele, esthetische en rationele mogelijkheden van de mens onderschrijven de mogelijkheid van leven na de dood.
Ten vijfde zouden Allah’s eigenschappen van rechtvaardigheid en barmhartigheid geen betekenis hebben als er geen leven na de dood is.