Wat is een wonder?
De Islam definieert een wonder als een buitengewone handeling of gebeurtenis die in strijd is met de wetten van de natuur en die alleen tot stand kan komen door de directe tussenkomst van de Almachtige God zelf. Het Arabische woord voor wonder is mu’jizah. Het stamt af van het woord ajz, dat iets betekent dat onmachtig maakt, niet kan worden weerstaan, uniek is. Volgens de Islam worden wonderen verricht met toestemming van God, door de Profeten van God. Wonderen zijn geen magie, wat per definitie een truc of illusie is, noch is een wonder een gebeurtenis die tot stand wordt gebracht door een geleerd rechtschapen volk dat geen Profeten van God zijn. Deze gebeurtenissen worden ‘karamah’s’ genoemd. Wij vinden dus drie onderscheiden categorieën, wonderen, karamah’s en magie.
Profeten & wonderen
Allah zond de Profeten en Boodschappers in de eerste plaats om de mensheid te leiden. Zij waren mensen, met een voortreffelijk karakter, vroom en betrouwbaar, die de mensen konden navolgen en naar wie zij konden kijken voor leiding. Zij waren geen goden, halfgoden of heiligen met goddelijke kwaliteiten, maar gewone stervelingen die belast waren met een moeilijke taak. Zij bezaten uitzonderlijke eigenschappen omdat zij verplicht waren buitengewone beproevingen en tegenspoed te doorstaan om de boodschap te verspreiden dat men God alleen moet aanbidden.
“En Ik (God) heb de djinn en de mensen niet anders geschapen dan dat zij Mij (alleen) zouden aanbidden”. (Koran 51:56)
Om elke Profeet geloofwaardig te maken in zijn tijd en plaats, schonk God hun wonderen, die relevant, relevant en begrijpelijk waren voor de mensen tot wie zij gezonden waren. In de tijd van Mozes waren magie en tovenarij wijdverbreid, daarom spraken Mozes’ wonderen de mensen aan die hij moest leiden. In de tijd van Mohammed waren de Arabieren, hoewel overwegend ongeletterd, meesters in het gesproken woord. Hun poëzie en proza werden beschouwd als voortreffelijk en een toonbeeld van literaire uitmuntendheid en het wonder van Profeet Mohammed, moge de barmhartigheid en zegeningen van God met hem zijn, was van deze aard en nog veel meer…Het wonder dat Profeet Salomo kenmerkte was zijn unieke koninkrijk. In de tijd van Jezus waren de Israëlieten zeer deskundig op het gebied van de geneeskunde. De wonderen die Jezus verrichtte waren dan ook van deze aard en omvatten het teruggeven van het gezichtsvermogen aan blinden, het genezen van melaatsen en het opwekken van de doden.
“En gij geneest de blindgeborenen en de melaatsen door mijn verlof. En zie! Gij brengt de doden tot leven door Mijn gebod.” (Koran 5:10)
Een ‘Karamah’ (wonderen van de vromen)
Een karamah is een buitengewone zaak of gebeurtenis die tot stand komt door toedoen van een gelovige die God gehoorzaamt, zich onthoudt van zonden en wiens vroomheid in de ogen van God op een zeer hoog niveau staat. In tegenstelling tot een wonder, dat bedoeld is om in het openbaar te geschieden, zodat de mensen de waarachtigheid van de Profeet zouden erkennen, komt een karamah gewoonlijk alleen ten goede aan degene aan wie het wordt gegeven. Een karamah kan zaken als kennis, macht of iets verbazingwekkends omvatten, zoals de karamah die werd gegeven aan Usayd ibn al-Hudayr, een van de metgezellen van Profeet Muhammad. Een groep engelen in een wolk van licht overschaduwde Usayd toen hij de Koran reciteerde. Een karamah vond ook plaats voor Maryam, de moeder van Profeet Jezus.
Zo aanvaardde haar Heer haar met welbehagen. Hij liet haar op een goede manier opgroeien en stelde haar onder de hoede van Zakariya . Telkens wanneer hij haar gebedsplaats betrad, vond hij haar voorzien van voedsel. Hij zei: “O Maryam (Maria)! Waar heb je dit vandaan?” Zij antwoordde: “Dit is van God. Voorwaar, God voorziet in levensonderhoud voor wie Hij wil, zonder beperking.” (Koran 3:37)
Een wonder leidt tot niets dan goeds en wordt door de Almachtige aan de Profeten gegeven als een teken van hun waarachtigheid. Dit gaat gepaard met een leven van voorbeeldige zeden en karakter, en een boodschap van goedheid.
Magie
Magie kan ook iets buitengewoons teweegbrengen; maar uit magie kan geen goed voortkomen. Het wordt uitgevoerd door slechte mensen en wordt gedaan door de hulp van de duivels in te roepen en dicht bij hen te komen. Wonderen kunnen niet worden geleerd of ongedaan gemaakt, terwijl magie wel kan worden geleerd, ongedaan gemaakt of ongedaan gemaakt.
De ontmoeting van Profeet Mozes met de magiërs aan het hof van Farao verklaart het verschil tussen magie en wonderen.
Zij zeiden: “O Musa (Mozes)! Of je gooit (eerst), of zullen wij de (eerste) worp hebben?” Hij (Mozes) zei: “Werpt gij (eerst).” Toen zij wierpen betoverden zij de ogen van het volk en zij verschrikten hen en zij vertoonden een grote toverkunst. En Wij openbaarden aan Mozes: “Werp uw stok”, en zie! Het slokte meteen al hun leugens op. Zo werd de waarheid bevestigd en al hetgeen zij deden werd vruchteloos. Zo werden zij daar verslagen en keerden schandelijk terug. En de tovenaars wierpen zich neder. (Koran 7:115-120)
De tovenaars begrepen dat Mozes geen list of illusie uitvoerde zoals zij hadden gedaan. Zij begrepen het bedrog goed en wisten dat Mozes’ handelen een wonder was. Zij aanvaardden dus de waarheid en vielen neer in knieval voor God, wel wetend dat dit hun dood zou betekenen wegens ongehoorzaamheid aan Farao.
Verschillende wonderen
Wonderen kunnen van tweeërlei aard zijn; zij die geschieden op verzoek van het volk, dat een teken wil hebben van de waarachtigheid van den profeet, die tot hen gezonden was, en het tweede type, dat geschiedt zonder dat daarom gevraagd is. Een voorbeeld van het eerste type is toen het volk van Profeet Saleh hem verzocht een kameel en haar nageslacht van achter de berg naar buiten te brengen. Evenzo, toen de ongelovigen in Mekka de Profeet Mohammed vroegen om hun een wonder te tonen, toonde hij hun het splijten van de maan. Een van de metgezellen van Profeet Mohammed vermeldde deze gebeurtenis en zei: “Wij waren met de Boodschapper van God in Mina, toen de maan in tweeën werd gespleten. Een deel was achter de berg en het andere deel was aan deze kant van de berg. Gods Boodschapper zei tot ons: “Getuigt hiervan”.
Een voorbeeld van het tweede type is wat er gebeurde toen de boomstam huilde en verlangde naar Profeet Mohammed. Hij, de Profeet placht zijn vrijdagpreek te houden terwijl hij op een palmboom leunde. Een van zijn volgelingen stelde voor om een preekstoel voor hem te maken en dat deden ze. Dus de volgende vrijdag, toen de Profeet op de preekstoel stond, begon de boomstam als een kind om hem te janken.
Uitspraak profeet Mohammed (vzmh)
Moslims geloven dat de Koran zelf een wonder is. Profeet Mohammed zei: “Elke Profeet kreeg wonderen op grond waarvan hun volk geloofde, maar aan mij is een goddelijke openbaring gegeven die Allah aan mij heeft geopenbaard, dus ik hoop dat mijn volgelingen op de Dag der Wederopstanding groter zullen zijn dan de volgelingen van andere Profeten.” Profeet Mohammed impliceerde dat de Koran zelf het grootste wonder aller tijden is; het is een wonderbaarlijk boek vol wonderen van allerlei aard. Zijn openbaring, literaire uitmuntendheid, en zijn inhoud, met inbegrip van wetenschappelijke, profetische en historische informatie, dragen allemaal bij tot de status van de Koran als een wonder.