Hagar en Ismael alleen in Mekka
Om een beter beeld te krijgen over het leven van de Profeet Mohammed (vrede en zegeningen zij met hem), is het belangrijk om te weten hoe de Arabieren voor de Islam
leefden. Het leven van profeet Muhammed (vzmh) – voor zijn geboorte. Deze geschiedenis gaat terug tot in de tijd van de profeet Abraham (vrede zij met hem). De profeet Abraham (vrede zij met hem) kreeg de opdracht van Allah om met zijn
vrouw Hagar en haar zoon Ismael te emigreren van Jeruzalem naar Mekka. Abraham (vrede zij met hem) moest van Allah zijn vrouw en zoon achter laten in de woestijn.
Hagar vroeg aan haar man waarom hij hen achterliet op een plaats zonder gewas, rivier, mensen of dieren. Door het intense verdriet kon Abraham (vrede zij met hem)
geen antwoord geven op haar vraag en liep weg. Hagar achtervolgde hem en vroeg steeds hetzelfde, maar Abraham (vrede zij met hem) liep door zonder om te kijken.
Toen ze steeds geen antwoord kreeg begon ze het te begrijpen en vroeg ze aan Abraham (vrede zij met hem) of dit het bevel was van Allah. Abraham (vrede zij met
hem) antwoordde bevestigend, waarop Hagar werd gerustgesteld. Abraham (vrede zij met hem) liep verder tot een plek waar Hagar hem niet meer kon zien en zei:
‘’Onze Heer, ik heb een aantal van mijn nakomelingen gevestigd in een onbegroeide vallei, in de nabijheid van Jouw Gewijde Huis, Onze Heer, opdat zij het gebed
verrichten. Dus doe de harten van sommige mensen tot hen genegen zijn. Voorzie hen van vruchten, opdat zij wellicht dankbaar zijn.’’
De bergen Safa en Marwa
Hagar was alleen met haar kleine zoon in de woestijn en begon dorst te krijgen. Ismael (vrede zij met hem), die van haar moedermelk kreeg, begon ook honger te krijgen. Hagar ging water zoeken, maar vond niks. Hagar begon in paniek te raken, omdat ze haar zoon honger zag lijden. Ze beklom de berg Safa en keek rond of ze iemand kon zien die haar zou kunnen helpen. Maar ze zag niemand en kwam gelijk weer naar beneden, waarna ze vermoeit over de vallei liep tot ze bij de berg Marwa aankwam. Ook die beklom ze om te kijken of ze wellicht iemand kon zien, maar tevergeefs. Het lopen tussen de bergen Safa en Marwa deed ze zeven keer, totdat ze opeens een stem hoorde.
Toen Hagar terugkwam, zag ze dat er een waterbron uit de grond was ontstaan naast haar zoon Ismael. Hier kwam zoveel water uit, dat ze een soort put maakte van aarde,
zodat ze het water kon bewaren. Deze bron van water werd door een engel gegraven en er kwam heel veel water uit. Dit water was zoveel dat Hagar ‘’Zam Zam’’, oftewel
‘’rustig’’ zei. Deze waterbron is tot de dag van vandaag nog steeds aanwezig. Hagar dronk van het water en gaf haar zoon te eten. De engel zei tegen Hagar: ‘’Vrees
niet dat je dood zult gaan door de dorst of honger want op deze plek zal het Huis van Allah gebouwd worden. Allah zal de bewoners van deze plek niet laten sterven door
dorst of honger.’’
Arabieren deden steeds meer aan afgoderij
Hagar en Ismael (vrede zij met hem) waren alleen in Mekka, totdat een karavaan van de stam Jorhom kwam. De mensen hadden namelijk vogels zien vliegen rond de Zam
Zam bron en gingen ervan uit dat er water op die plek was. Ze vroegen vriendelijk of ze daar mochten wonen. Hagar vond het goed met de voorwaarde dat de mensen de
Zam Zam bron niet aan zichzelf zouden toe-eigenen. Zij beloofden dit en bleven daar wonen met de rest van de stam.
Ismael (vrede zij met hem) groeide op tussen Arabieren en beheerste de Arabische taal beter dan de Arabieren zelf. Hij huwde een Arabische vouw uit de stam van Jorhom
en zo ontstonden de zogenaamde ‘ver-arabiseerde Arabieren’. Het Arabische Schiereiland voor de Islam Na profeet Ismael (vrede zij met hem) waren de Arabieren op het Arabische
Schiereiland honderden jaren monotheïstisch, totdat ‘Amr Ibn Luhay, een van de Arabische leiders destijds, op reis ging naar de Levant. Daar zag hij dat de mensen
afgodsbeelden aanbaden. Dit vond hij heel mooi en geloofde dat deze goden hen dichterbij Allah zouden brengen. De levant was immers de plek van de boodschappers
en profeetschap. Hierdoor kreeg hij het idee om dit ook bij zijn volk te introduceren. Hij nam een beeld genaamd ‘Hubal’ mee. Die heeft hij bij de Kaäba neergezet en beval
zijn volk om voortaan Allah via Hubal aan te bidden. Hij zou er namelijk voor zorgen dat ze dichterbij Allah kwamen. Hierna volgden er steeds meer afgodsbeelden
verspreid over de Arabische stammen. Zo veranderde de religie op het Arabische schiereiland van het geloof van Abraham (vrede zij met hem) naar een polytheïstisch
geloof. Dit ging door tot zelfs het leven van profeet Muhammed (vzmh).