Profeet Muhammad Mustafa (vrede en zegeningen van Allaah zij met hem) eerde de wereld in Makkah-i Mukarrama op 12 Rabi al-Awwal (maandag, 20 april) 571. Hij stierf in Medina-i Munawwara op 12 Rabi al-Awwal (maandag, 6 juni) 632.
NAMEN VAN DE FAMILIE EN VERWANTEN VAN ONZE PROFEET (S.A.W)
Naam van vader: Abdullah
Naam van de moeder: Amina
Naam van zijn grootvader (Vader’s vader): Abdulmuttalip
Naam van zijn grootmoeder van vaderskant: Fatima bint al-‘Umar al-Mahzûmiyya
Naam van de grootvader (moeders vader): Wahb
Grootmoeders naam: Berre
Ooms (vaderskant): Zubayr (Abû Tâhir), Abû Tâlib, Abbâs, Dırâr, Hamza, Muqawwim, Hajl, Hâris, Abû Lahab, Gaydak, Abdul Ka’ba, Kusem.
Tantes (vaderskant): Umm Hakīm al-Baydā, Ātika, Umayma, Erwā, Berrah, Safiyya.
Tantes (moederskant): Farīda en Fahita
Ooms (moederskant): Abdyaghûs, Ubeydyaghûs.
Namen van zijn echtgenotes:
Hatîja bint-i Huwaylid, Sevda bint-i Zem’a, Âisha bint-i Abû Bakr, Hafsa bint-i Umar, Zaynab bint-i Hudhayme, Umm Salama (Hind bint-i Hudhayfe), Zaynab bint-i Jahsh, Juwayriya bint-i Hâris, Safiyya bint-i Huyey, Umm Habîba (Remle bint-i Abû Sufyan), Meymûna bint-i Hâris, Mâriye bint-i Sham’ûn.
Namen van hun kinderen:
Jongens: Qasim, Abdullah (Tayyib en Tahir), Ibrahim.
Meisjes: Zaynab, Ruqıye, Umm Kulthum, Fâtima.
Namen van hun kleinkinderen:
Jongens: Ali, Abdullah, Hasan, Husayn, Muhsin.
Meisjes: Umma, Umm Gulsum, Zaynab.
Namen van hun schoonzonen: Ali (r.a), Uthman (r.a) en Abu’l-As Ibn Rabi
Melkmoeders: Suwayba al-Aslemiyya (de bevrijde slavin van Abu Lahab), Khalîma bint Abî Züeyb al-Sa’diyya.
De namen van zijn melkbroers/zussen:
Van Suwayba: Abdullah bin Jahsh, Hamza bin Abdulmuttalib, Abu Salama bin Abdulesad, Masrooh bin Suwayba.
Van Khalîma: Abdullah, Uneyse, Huzâfa (Shaymâ), de kinderen van Khaleemah’s echtgenoot Hâris.
DE AFSTAMMING VAN ONZE PROFEET (SAW)
Het zuivere en reine geslacht van de Profeet (vrede en zegeningen van Allaah zij met hem) gaat terug op de Profeet Isma’il, de zoon van de Profeet Abraham (vrede en zegeningen van Allaah zij met hem), via zijn eenentwintigste generatie voorvader Adnān, de zoon van de Profeet Abraham (vrede en zegeningen van Allaah zij met hem). Daarom worden de Noordelijke Arabieren, waartoe de Profeet (vrede en zegeningen van Allaah zij met hem) behoorde, ook Ismāʿīlīs of Adnānīs genoemd (de andere hoofdtak van de Arabieren zijn de Kahtānīs, wier thuisland Zuid-Arabië is).
De genealogie van de Profeet (vrede en zegeningen van Allaah zij met hem) tot aan Adnān is met zekerheid bekend en luidt als volgt: Mohammed b. ‘Abdullah b. ‘Abd al-Muttalib (Shaybah) b. Hāshim b. ‘Abdumanāf b. Qusay b. Kilāb b. Murra b. Ka’b b. Lu’ay b. Gālib b. Fihr (Quraysh) b. Mālik b. Nadr b. Kināna b. Huzeyma b. Mudar b. Nizār b. Ilyās b. Mudar b. Nizār b. Mead b. Adnān. Volgens deze tabel was de Profeet de zoon van Abdullah b. Abdulmuttalib, die behoorde tot de Hasjimiden van de Quraysh stam, van de Adnâniden tak van de Arabieren, de afstammelingen van Profeet Ismail, de zoon van Profeet Abraham.
[…] Lees ook: Namen van de familie & verwanten Mohammed (s.a.w) […]