De profeet Jezus (Isa) عليه السلام is de zoon van Maria (Maryam), een dochter van de familie Imran, een familie met voorname en vrome voorouders, zoals door Allah bevestigd.
Voorwaar, Allah verkoos Adam en Nuh en de familie van Ibrahim en de familie van Imran boven de (andere) wereldbewoners. Zij zijn afstammelingen van elkaar, en Allah is Alhorend, Alwetend. (Koran, 3:33, 34)
Achtergrond
Toen de moeder van Maria, Hanna, zwanger werd, beloofde zij dat haar kind in dienst van Allah gesteld zou worden. In die tijd verbleven er jongens in de tempel (Masjid al Aqsa) om daar Allah te dienen. Toen het kind geboren werd, zag Hanna echter dat het een meisje was. Het was destijds niet gebruikelijk dat meisjes dienden in de tempel. De vader van Maria was al overleden voor haar geboorte. Daarom was het aan Hanna om te beslissen of ze haar dochter Maria zou laten dienen in de Masjid al Aqsa. Zij besloot om dit wel te doen, omdat zij haar woord had gegeven aan Allah. De geestelijken in de tempel wilden zich allen ontfermen over Maria, omdat ze wisten dat het de dochter van Imran was.
Maryam (Maria)
De profeet Zacharias (Zakariya) عليه السلام was één van de geestelijken. Er werd afgesproken om te loten en uiteindelijk was het de profeet Zacharias عليه السلام die Maria mocht opvoeden en onder zijn hoede zou nemen. Allah zegt hierover:
“Dat zijn enige mededelingen over het verborgene die Wij aan jou openbaren. Jij was immers niet bij hen toen zij hun rietpennen wierpen om (door middel van loting) uit te maken wie van hen de zorg voor Maria op zich zou nemen en jij was ook niet bij hen toen zij twistten.’’ (Koran, 3:44)
Maria werd dus opgevoed en opgeleid door een profeet en groeide op als een zeer godvruchtige jonge vrouw. De profeet Mohammed ﷺ heeft haar in het rijtje van andere grote vrouwen geplaatst. Hij zei: “De beste vrouwen onder de mensen in het Paradijs zijn Khadija, dochter van Khuwaylid; Fatima, dochter van Mohammed; Maryam, dochter van Imran en Asiya, dochter van Muzahim en echgenote van de Farao.” (Musnad Aḥmad 2896)
De profeet Zacharias bouwde een aparte kamer voor haar in of naast de tempel. Zij leefde afgezonderd en in aanbidding. Hij zorgde voor Maria, maar als hij haar voedsel kwam brengen, zag hij dat zij al voorzien was van voedsel door Allah.
Jezus zal een profeet worden
Op een dag kwam de aartsengel Gabriel in mensvorm naar Maria. Zij werd bang en zei dat hij haar niet moest aanraken, omdat ze een reine vrouw was. Toen gaf de engel aan dat hij de engel Gabriel was en hij vertelde Maria dat ze een puur kind, genaamd Jezus, zal krijgen.
Ook vertelde de engel haar dat haar zoontje Jezus عليه السلام een profeet zal worden, het gebed zal verrichten en de zakaat (armenbelasting) zal betalen. Toen werd Maria op wonderbaarlijke wijze zwanger met de Wil van Allah zonder aangeraakt te zijn. Dat is makkelijk voor de Schepper.
“En vermeld in het boek Maria. Toen zij zich van haar familie terugtrok naar een oostelijke plaats en een afscherming tegen hen maakte. Toen zonden Wij Onze geest naar haar en hij deed zich aan haar voor als een goedgevormd mens. Zij zei: “Ik zoek bij de Erbarmer (Allah) bescherming tegen jou, als jij godvrezend bent.” Hij zei: “Maar ik ben de gezant van jouw Heer om jou een reine jongen te schenken.” Zij zei: “Hoe kan ik een jongen krijgen, terwijl geen mens mij aangeraakt heeft; en ik ben geen onkuise vrouw.” Hij zei: “Zo is het. Jouw Heer heeft gezegd: ‘’Het is voor Mij gemakkelijk. En het is opdat Wij hem tot een teken voor de mensen maken en uit barmhartigheid van Ons. En het is een beslissing die gevallen is.” Dus werd zij zwanger en trok zich met hem terug naar een afgelegen plaats.” (Koran, 19: 16-22)
Toen de zwangerschap vorderde trok ze zich terug, zodat mensen niet zouden zien dat ze zwanger was. Op een dag, toen Maria weeën kreeg en houvast bij een dadelboom zocht, werden haar dadels aangeboden en water vanuit een waterbron onder haar. Daarna werd Jezus geboren. Allah zegt hierover:
“Toen maakten de weeën dat zij naar de stam van de palm ging. Zij zei: “Ach was ik maar eerder gestorven en was ik maar volstrekt in vergetelheid geraakt.” Maar hij riep haar van onder haar vandaan: “Wees niet bedroefd, jouw Heer heeft onder jou een beekje geplaatst. En schud de stam van de palm naar je toe dan zal zij verse rijpe dadels op je laten vallen. Dus eet en drink en verkoel jouw ogen… (Koran, 19:23-26)
Beschuldigingen van ontucht
Na de bevalling kreeg Maria de opdracht om samen met het kind naar de stad te gaan. Ze werd gewaarschuwd, dat de mensen in de stad slecht over haar zouden spreken, omdat ze een kind in haar armen droeg, terwijl ze zich altijd kuis voordeed. Ze zouden haar van onzedelijkheid betichten. Daarom kreeg ze de opdracht van Allah om te zwijgen en te wijzen naar haar zoontje Jezus, indien de mensen zouden vragen hoe ze zwanger was geworden.
Jezus kon als baby spreken
Toen de mensen haar zoals voorspeld beschuldigden, wees zij naar Jezus, en begon hij als nieuwgeboren baby te praten. Dit was zijn eerste wonder.
“…Maar als je iemand van de mensen ziet zeg dan: “Waarlijk! Ik heb de Barmhartige beloofd te vasten, ik zal dus deze dag tegen geen enkel mens spreken. Toen kwam zij met hem bij haar mensen, terwijl zij hem droeg. Zij zeiden: “O Maria jij hebt echt iets ongehoords begaan. Zuster van Aaron, jouw vader was geen slechte man en jouw moeder was geen onkuise vrouw!” Maar zij wees naar hem. Zij zeiden: “Hoe kunnen wij spreken met iemand die nog een kind in de wieg is?” Hij (Jezus) zei: “Ik ben Gods dienaar; Hij heeft mij het boek gegeven en mij tot profeet gemaakt. En Hij heeft mij gezegend gemaakt waar ik ook ben en Hij heeft mij het gebed en de armenbelasting opgelegd zolang ik leef en ook om plichtsgetrouw te zijn jegens mijn moeder en Hij heeft mij niet tot een ellendige geweldenaar gemaakt. En vrede zij met mij op de dag dat ik geboren werd, op de dag dat ik sterf en op de dag dat ik weer tot leven word opgewekt.” Dat is Jezus, de zoon van Maria, het woord van de waarheid waaraan zij twijfelen. Allah is niet zo dat Hij zich een kind neemt. Geprezen zij Hij! Wanneer Hij iets beslist dan zegt Hij er slechts tegen: “Wees!” en het is.” Allah is mijn Heer en jullie Heer; dient Hem dus. Dit is een juiste weg.” (Koran, 19:26-36)
Vele tegenslagen
Jezus عليه السلام maakte het zelfde mee als vele andere profeten, zoals ook de profeet Mohammed ﷺ. De mensen van het volk van Israël (Banu Israil) geloofde niet in hem. Hierdoor ontving hij van Allah de gunst om vele wonderen te mogen verrichten. Zo kon hij met de toestemming van Allah doden opwekken, op water lopen, zieken genezen en hij kon een vogel maken van klei en deze tot leven wekken.
Allah zegt hierover: ‘’En (Allah zal hem) als een gezant tot de Israëlieten (zenden, om te zeggen): “Ik ben tot jullie gekomen met een teken van jullie Heer: Dat ik voor jullie uit klei iets als de vorm van een vogel zal scheppen, er dan in zal blazen en dat het dan met Godstoestemming een vogel zal zijn. Dat ik blindgeborenen en melaatsen zal genezen en doden levend maak, met Gods toestemming. En dat ik jullie meedeel wat jullie eten en wat jullie in jullie huizen opslaan. Daarin is een teken voor jullie als jullie gelovig zijn.’’ (Koran, 3:49)
Zijn wonderen
Zo wekte hij de voorvader van het volk van Israël (Banu Israil), Sam genaamd عليه السلام, op uit de dood. Sam dacht op dat moment dat het Einde der tijden was aangebroken. Sam, de zoon van Noah عليه السلام, zei destijds tegen de
metgezellen van Jezus, dat ze de profeet Jezus عليه السلام, de zoon van Maria, moesten volgen.
Een ander wonder is dat Jezus عليه السلام een maaltijd uit de hemel kreeg. Hiervan hebben meer dan duizend mensen gegeten. Banu Israil was echter koppig in hun ongeloof; ze zagen de wonderen, maar wilden
alsnog niet geloven. Ze keerden hun profeet de rug toe en wilden hem zelfs vermoorden door hem te kruisigen.
Allah heeft de profeet Jezus عليه السلام echter opgeheven naar de hemel, maar Banu Israil dacht dat ze hem hadden vermoord. Allah zegt hierover in de Koran:
“En wegens hun uitspraak: “Wij hebben de Messias, Isa de zoon van Maryam (aleihi salaam) gedood” – maar zij hebben hem niet gedood, noch hem gekruisigd, maar de gelijkenis van Isa werd op een andere man gelegd. En degenen die daarin van mening verschillen zitten vol twijfel. Zij hebben daar geen kennis over, zij volgen niets anders dan gissingen en zij doodden hem niet. Allah verhief hem tot Zich. En Allah is Almachtig, Alwijs. (Koran, 4:157-158)
Jezus عليه السلام is dus niet dood. Hij zal in de Einde der tijden neerdalen in Damascus. Dit zal gebeuren, terwijl veel mensen hem zullen zien. Op dat moment zullen veel oprechte christenen in hem geloven en hem volgen. Jezus عليه السلام zal daarna de Antichrist (Dajjal) doden in Palestina bij een plek genaamd Bab Lot.
Lees ook: 10 lessen uit het leven van profeet Jezus/Isa