Achtergrond
Yusuf [vrede zij met hem] is de zoon van Yakub [vrede zij met hem], de zoon van Isaak [vrede zij met hem], de zoon van Abraham [vrede zij met hem]. Dit waren allemaal profeten. De Profeet [sal Allahu alayhi wa sallam] zei daarom: ‘’De nobele zoon van de nobele, de zoon van een nobele, de zoon van een nobele. Dat was Yusuf, de zoon van Yakub, de zoon van Isaak, de zoon van Abraham’’ (Bukhari)
Compleet te lezen in Surah Yusuf
Het verhaal van Yusuf is te lezen in hoofdstuk 12 van de Koran, genaamd Surah Yusuf. Dit is het enige hoofdstuk in de Koran die één verhaal compleet beschrijft en behandelt, in tegenstelling tot de verhalen van de andere profeten die verspreid zijn over de gehele Koran. Het verhaal van Yusuf wordt in vers drie van Surah Yusuf geschaard onder ‘’de allermooiste verhalen’’.
Zijn droom
Het verhaal van Yusuf [vrede zij met hem] begint als hij een droom ziet, waarin elf sterren, samen met de zon en de maan, neerknielen voor hem. Hij vertelde deze droom aan zijn vader, die hem het advies gaf om zijn droom niet door te vertellen aan zijn (half)broers, omdat zij wellicht jaloers konden zijn. Yusuf [vrede zij met hem] volgde het advies van zijn vader op, maar Layla, de moeder van zijn halfbroers, hoorde het verhaal ook en vertelde dit door aan haar kinderen. Toen zij dit verhaal hoorden, dachten ze dat Yusuf [vrede zij met hem] hen als slaaf wilde gebruiken en daarom wilde ze hem uit de weg ruimen. Ze wilden hem in eerste instantie doden, maar één van de broers, genaamd Yehudha, gaf aan dat ze hem het beste in een put konden gooien. Hij wilde Yusuf [vrede zij met hem] helpen, maar kon niet zeggen dat ze hem niet moesten doden, waardoor hij voorstelde dat ze hem in een put moesten gooien. Hieruit leren we dat we te allen tijde moeten kiezen voor het minst kwade als het goede niet mogelijk is.
Kwade plan van zijn broers
De broers van Yusuf [vrede zij met hem] gingen naar hun vader, Yakub [vrede zij met hem], en vroegen hem of Yusuf mee mocht naar de woestijn, zodat hij kon rennen en spelen. Yakub [vrede zij met hem] was bang dat Yusuf [vrede zij met hem] iets zou overkomen, maar gaf toch toestemming, toen ze begonnen aan te dringen. Yakub [vrede zij met hem] had namelijk een droom gezien, waarbij er tien wolven op Yusuf [vrede zij met hem] afkwamen, waarvan één Yusuf [vrede zij met hem] probeerde te beschermen. Vervolgens zag hij dat de grond openspleet en Yusuf [vrede zij met hem] erin kwam en daar verbleef voor drie dagen. Door deze droom droeg Yakub [vrede zij met hem] zijn zonen op om goed op te passen op Yusuf [vrede zij met hem].
Ze gaven aan dat ze met veel waren en dat er weinig kon gebeuren.(Surah Yusuf, vers 14) Toen ze eenmaal in de woestijn waren, trokken ze zijn hemd uit en gooiden hem in een put genaamd Ahzan. In deze put kreeg Yusuf [vrede zij met hem] een openbaring van Allah, waardoor hij niet angstig was, terwijl hij in de put verbleef. Zijn halfbroer Yehudha kwam elke dag om hem eten te geven, maar op een dag trof hij een put zonder zijn broer Yusuf [vrede zij met hem]. Hij werd verdrietig en vertelde het aan zijn broers, waarop ze Yusuf [vrede zij met hem] gingen zoeken.
‘Yusuf is gedood door een wolf..’
Ze kwamen erachter dat een persoon genaamd Malik hem had getroffen in de put en hem als slaaf had meegenomen. Toen ze zeiden dat ze hem terug wilden, bood Malik ze een klein beetje geld en kocht hun broer van hen. De broers van Yusuf [vrede zij met hem] konden dit natuurlijk niet vertellen aan hun vader Yakub, waardoor ze moesten liegen. Ze hadden zijn hemd besmeurd met bloed van een dier en zeiden tegen hun vader dat ze Yusuf [vrede zij met hem] uit het zicht hadden verloren en dat een wolf hem had opgegeten.1
Yakub [vrede zij met hem] geloofde dit niet, omdat het overhemd geen gaten had, en wist dus dat zijn andere zonen dit hadden veroorzaakt. Hij moest veel huilen om het verlies van zijn zoon, waardoor hij uiteindelijk blind werd.
Yusuf werd gekocht door Potifar
Toen de karavaan met Yusuf [vrede zij met hem] aankwam in Egypte, werd hij voor twintig Dirham verkocht aan Potifar/Qitfir, de rechterhand van de farao. Hierop gaf hij de opdracht aan zijn vrouw, Zulaykha, die tevens het nichtje van de farao was, om goed voor hem te zorgen.2 Hij was namelijk van mening dat Yusuf [vrede zij met hem] van nut kon zijn en wilde hem anders als zoon nemen. In het paleis groeide hij op en hij kreeg wijsheid, het vermogen om te oordelen tussen goed en kwaad en kennis van Allah.3 Hiermee kreeg hij als profeet ook het wonder, dat hij dromen kon interpreteren. In het paleis moest hij aan het begin simpele taken verrichten. Hij deed alles echter heel goed, waardoor hij uitblinkte en een soort coördinator in het paleis werd.
Zijn eigenschappen
Volgens de overleveringen was Yusuf [vrede zij met hem] een hele knappe man. Er wordt gezegd dat als schoonheid bestond uit zeven delen, Yusuf [vrede zij met hem] zes ervan zou hebben en het overige deel zou worden gebruikt voor de gehele mensheid. Hij was zowel uiterlijk, als innerlijk, heel erg mooi. Zulaykha kon zijn mooiheid niet weerstaan en wilde hem op een dag verleiden. Ze stuurde iedereen weg en deed de deur van de kamer op slot en nodigde Yusuf [vrede zij met hem] uit. Yusuf [vrede zij met hem] weigerde en zei: ´Ik zoek mijn toevlucht tot Allah. Hij is mijn Heer4. Hij heeft mijn verblijf waardig gemaakt.´Toen hij richting de deur ging, trok Zulaykha aan zijn hemd, waardoor er een scheur in kwam. Bij de deur troffen ze Potifar aan en Zulaykha gaf de schuld direct aan Yusuf [vrede zij met hem]. Yusuf [vrede zij met hem] zei dat hij niks had gedaan. Er was een familielid die zei: ‘’Indien zijn hemd van voren is gescheurd, dan spreekt zij de waarheid en behoort hij tot de leugenaars. Indien zijn hemd van achteren is gescheurd, dan vertelt zij een leugen en behoort hij tot de betrouwbaren.’’5 Dit familielid was volgens een overlevering een nichtje van Zulaykha, die een kind had gekregen. Yusuf [vrede zij met hem] vroeg dit pasgeboren kind om te getuigen voor hem, waarna het kind getuigde. Zo kwamen ze erachter dat Zulaykha loog. Potifar vroeg Yusuf [vrede zij met hem] om dit voorval te vergeten en zei tegen zijn vrouw dat ze vergeving moest vragen.
Het voorval moest in de doofpot, omdat Potifar en de farao beiden een reputatie hadden, die ze niet wilden schaden. Het verhaal werd echter door een enkele werkers van het paleis gehoord en zij vertelden het door aan de mensen. De vrouwen in de stad zeiden: ‘’De vrouw van al-‘Aziz [Potifar] heeft haar knecht proberen te verleiden. De liefde [voor Yusuf] heeft haar hart diep geraakt. Wij zien haar in duidelijke dwaling.’’6
Toen Zulaykha deze roddel hoorde, bedacht ze een plan, waardoor ze haar onschuld wilde aantonen. Ze organiseerde een buffet voor de vrouwen en zorgde ervoor dat iederen van hen een mes had. De vrouwen waren nieuwsgierig en kwamen allen naar het buffet. Zulaykha droeg Yusuf [vrede zij met hem] op om mooie kleren aan te doen, om vervolgens de zaal binnen te treden. Toen de vrouwen de schoonheid van Yusuf [vrede zij met hem] zagen, stonden ze verstelt van zijn schoonheid en sneden zij zich daardoor in hun handen. Ze zeiden: ‘’Verheven is Allah! Dit is geen mens, dit kan niet anders zijn dan een nobele engel.’’ 7
Zulaykha zei: ‘’Dit is degene over wie jullie mij verwijten gemaakt hebben. Inderdaad, ik probeerde hem te verleiden, maar hij beschermde zijn kuisheid. En indien hij niet doet wat ik hem beveel, zal hij gevangen worden gezet en zal hij behoren tot de vernederden.’’8 Hiermee probeerde ze eigenlijk aan te geven dat andere vrouwen ook hetzelfde zouden hebben gedaan, als ze in haar situatie waren.
1 Surah Yusuf, vers 18
2 Surah Yusuf, vers 21
3 Surah Yusuf, vers 22
4 Surah Yusuf, vers 23. Volgens de geleerden van exegese kan dit slaan op Allah of de heer des huizes, Potifar.
5 Surah Yusuf, vers 26
6 Surah Yusuf, vers 30
7 Surah Yusuf, vers 31
8 Surah Yusuf, vers 32
Lees ook: Profeet Idris [vrede zij met hem]