Achtergrond
Allah is al-Khafid, de Vernederaar. Hij vernedert door het leven van de ontkenners ellendig te maken in dit leven en in het hiernamaals. Tegelijkertijd is Allah ook ar-Rafi’, de Verheffer. Hij verheft de rang van de geloven in zowel dit leven als het hiernamaals. De mens heeft een vrije wil en kan zichzelf verheffen boven de engelen, maar kan zichzelf ook lager maken dan dieren. Iemand zal verheven worden als hij zijn lusten en begeerten opzij kan zetten. Als hij dit niet doet en het leven voor hem enkel bestaat uit eten, drinken en vermenigvuldigen; dan heeft hij in principe niks dat hem onderscheid van dieren. Het doel van de mens is Allah te leren kennen en om enkel Hem te aanbidden. Als we kijken naar de oprechte dienaren van Allah, dan zullen we zien dat ze een hoge positie hebben gekregen van Allah.
Lessen voor de mens
Wij als mensen moeten anderen niet oordelen en iedereen gelijkwaardig behandelen. Sommige mensen geven iemand speciale aandacht, omdat hij rijk is. Dit is niet de bedoeling. Wij mensen moeten het goede hoog in het vaandel hebben en het kwade moeten we onder onze voeten nemen. Dit kan door onder andere in opstand te komen tegen onrechtvaardigheid. De Profeet [sal Allahu alayhi wa sallam] zei: ”Degene die zwijgt als er onrecht wordt gedaan, is een duivel zonder tong.”
En hij [sal Allahu alayhi wa sallam] zei ook: ”De grootste Jihaad [inzet voor het goede] is dat je rechtspreekt bij een onrechtvaardige leider.”
Wij als mensen moeten -zover wij kunnen- onrechtvaardigheid bestrijden. Dit kan op verschillende manieren. De Profeet [sal Allahu alayhi wa sallam] zei hierover: “Wie van jullie iets verwerpelijks ziet, laat hem dat met zijn hand veranderen. Indien hij daartoe niet in staat is, laat het hem dan veranderen met zijn tong. Indien hij daartoe niet in staat is, laat hem het [verwerpelijke] dan afkeuren met zijn hart. En dat is de zwakste vorm van het geloof.”
Wij moeten altijd de waarheid prediken, al zou dit betekenen dat wij bepaalde dingen verliezen. Abu Bakr [radi Allahu anhu] wordt al-Siddiq genoemd, omdat hij altijd – ongeacht de mogelijke gevolgen- de waarheid sprak. De positie van Sidq is dat je zelfs de waarheid spreekt wanneer je bang bent. Ookal is dit tegen je familieleden of vrienden. Wij moeten ons namelijk als eerst houden aan de regels van Allah en dienen dus niet te liegen.
‘Jullie zullen nooit in het paradijs komen, zonder dat jullie geloven..’
Er is een overlevering waarin Allah tegen een Wali zegt: ”Doordat je je begeerten niet achterna bent gegaan, heb je je hart ontlast. Door Mij te gedenken, heb je de eer gehad om mij te leren kennen. Maar heb je ooit een zwakke [mensen met behoeften] geholpen en ben je ooit in opstand gekomen tegen een onrechtpleger?”
De Profeet [sal Allahu alayhi wa sallam] zei: ‘’Jullie zullen nooit in het paradijs komen, zonder dat jullie geloven, jullie zullen nooit volledige gelovigen zijn, zonder van elkaar te houden. Zal ik iets zeggen waardoor jullie van elkaar gaan houden? Groet elkaar.”
Een ander belangrijk punt is dat we onze ouders verheffen door naar hun te luisteren en te respecteren. Zij hebben hier recht op. In de Koran lezen we dat Allah ons opdraagt om enkel te geloven in Hem en meteen daarna leert Hij ons dat we goed moeten zijn voor onze ouders. Dit laat het belang van respect tegenover de ouders zien. Als je ouders zijn overleden, dan dien je hun graf te bezoeken. Daarnaast is het een Sunnah om de vrienden van je overleden ouders te bezoeken.
De karakter van de profeet
Het karakter van de Profeet [sal Allahu alayhi wa sallam] was uitmuntend. Hij [sal Allahu alayhi wa sallam] sprak met iedereen op hun niveau en luisterde altijd aandachtig naar mensen. Ondanks zijn [sal Allahu alayhi wa sallam] hoge status, had hij [sal Allahu alayhi wa sallam] een bed gemaakt van rieten. Omar [radi Allahu anhu] zag dit op een dag en begon te huilen, omdat de Profeet [sal Allahu alayhi wa sallam] zo leefde, terwijl andere koningen een luxe leven hadden. Hierop zei de Profeet [sal Allahu alayhi wa sallam]: ‘’Laat het dat de wereld voor hen is en het hiernamaals voor ons.’’
Het is overgeleverd dat Allah zei: ”Ik hou van drie dingen en van drie dingen hou Ik meer. Ik hou van degenen die mij gehoorzamen, maar ik hou meer van degenen die mij dienen terwijl ze jong zijn. Ik hou van degenen die zich nederig opstellen, maar ik hou meer van degenen die rijk en nederig zijn. Ik hou van degenen die vrijgevig zijn, maar ik hou meer van degenen die vrijgevig zijn, terwijl ze arm zijn. Ik hou niet van drie dingen en van drie dingen hou ik nog meer niet. Ik hou niet van degene die koppig is (iemand die willens en wetens buitensporig is), maar iemand die oud is en alsnog over de grens gaat, hou Ik nog meer niet van. Ik hou niet van de hoogmoedige, maar iemand die arm en alsnog hoogmoedig is, hou Ik helemaal niet van. Ik hou niet van degenen de gierig zijn en Ik hou helemaal niet van de rijken die gierig zijn.”
Lees ook: De wonderen van profeet Mohammed (VZMH)