Inhoud van dit artikel:
Al-Muntaqim [de Vergelder]
Allah is al-Muntaqim, de Vergelder. Hij zal de mensen die volharden in het kwaad (uiteindelijk) bestraffen. Allah geeft keer op keer de kans dat de mens het goede verricht, maar enkel degenen die volharden zullen gestraft worden. Hij stelt de straf niet uit, omdat Hij niet kan ingrijpen, maar omdat Hij iedereen de kans geeft om zichzelf te verbeteren. Indien Hij direct zou ingrijpen, had niemand de kans om berouw te tonen. Elke daad zal berecht worden. Als het niet in dit leven is, dan zal het zeker in het hiernamaals zijn. Zo zegt Allah: ‘’En hij, die ter grootte van [het gewicht van] een atoom goed heeft gedaan, zal dit zien. En hij, die ter grootte van [het gewicht van] een atoom kwaad heeft gedaan, zal dit zien.’’ (Surat al-Zilzal, verzen 7-8)
Als dienaar van Allah hoor je te houden van datgene waar Allah van houdt en niet te houden van datgene waar Allah niet van houdt. Het kwaad en de zonde zijn dingen waar Allah niet van houdt. Wij haten daarom het kwaad en de zonde, maar wij haten niet de zondaar. Anders moet de mens in eerste instantie zichzelf haten. Wij moeten altijd hopen dat het goed kan komen met anderen en goede opinie [Husn ad-Dhan] hebben over mensen. De grootste vijand die wij persoonlijk moeten straffen moet ons eigen ego [Nafs] zijn.
Al-‘Afuw (De Schenker van Vergiffenis)
Allah is al-‘Afuw, de Schenker van Vergiffenis. Zo zegt Allah: ‘’Zo is het. En degene die bestraft in gelijke mate als waarin hijzelf is bestraft en die dan opnieuw onrechtvaardig wordt behandeld, Allah zal hem bijstaan. Allah is ‘Afuw, Ghafur.’’308
Deze naar lijkt veel op de naam al-Ghafur. Al-Ghafur wijst op het bedekken van de zonde en Al-‘Afuw betekent dat Allah de zonde ongedaan maakt. Al-‘Afuw is vergeven alsof je het niet hebt gedaan. Allah vergeeft en verwijdert de zonden van de mensen.
Het is een goede karaktereigenschap om mensen te vergeven en hun fouten te vergeten. Wij dienen mensen die ons onrecht aandoen of ons onjuist bejegenen, niet meteen te straffen. Wij moeten ze de kans geven om tot inkeer te komen, net als Allah Zijn straf met ons uitstelt. Als mensen om vergeving vragen, vergeef ze. Want degene die spijt betuigd is alsof hij geen zonde heeft begaan. Vergeef elke keer als je gaat slapen iedereen die in jouw recht is gegaan.
Op een dag vroeg de Profeet [sal Allahu alayhi wa sallam] aan de metgezellen: ‘’Waarom kunnen jullie niet zijn als Abu Dam Dam?’’ De metgezellen vroegen: ‘’Wie is Abu Dam Dam o boodschapper van Allah [sal Allahu alayhi wa sallam].’’ Hij [sal Allahu alayhi wa sallam] zei: ‘’Abu Dam Dam is een man die door Allah wordt genoemd bij de engelen. Hij is een man die elke dag als hij wakker wordt het volgende zegt: ‘’O Allah, ik heb mijn eer en mijn leven als aalmoes gegeven voor U.’’ Wie van de moslims mij beschadigt, mij misbruikt of slecht is tegen mij, ik vergeef hem in deze wereld en ik wil geen vergelding van hen in het hiernamaals!’’309
Abdullah ibn Ubayy [ibn Saluul], de grootste hypocriet in de Islam, verspreidde een laster tegen onze moeder Aicha. Ze werd door hem ervan beticht dat ze overspel had gepleegd en veel mensen spraken hierover. Aicha is vrijgesproken hiervan in Surat al- Noor door Allah. Een van de mensen die er ook over spraken was Mistah ibn Uthatha. Dit was iemand die financieel hulp kreeg van Abu Bakr, de vader van Aicha. Toen Abu Bakr dit hoorde wilde hij hem initieel niet meer helpen, maar vergaf hem vervolgens alsnog en vervolgde zijn hulp.
308 Surat al-Hajj, vers 60
309 Abu Dawud
Ar-Ra’uf [De Mededogende]
Allah is al-Ra’uf, de Mededogende. Zo zegt Allah: ‘’En indien de gunst van Allah en Zijn genade er niet voor jullie waren geweest en indien Allah niet Mededogend [Ra’uf] en Genadevol was geweest, [hoe zou dan jullie toestand zijn]?’’310
En: ‘’En onder de mensen bevindt zich diegene die zichzelf verkoopt [die zijn leven wijdt], aan het zoeken naar het welbehagen van Allah. Allah is vol mededogen jegens de dienaren.’’311
Wij moeten ook mededogend zijn met de schepping. De Profeet [sal Allahu alayhi wa sallam] zei: ‘’Degene die genadig zijn, zullen genade krijgen van Allah.”312
Malik al-Mulk (De Bezitter van Soevereiniteit)
Allah is Malik al-Mulk, de Bezitter van Soevereiniteit. Zo zegt Allah: ‘’Hem behoort de heerschappij van de hemelen en de aarde toe. Hij doet leven en Hij doet sterven en Hij is Almachtig over alle dingen.’’313
Dit betekent dat de Wil van Allah wet is en dat alles wat Hij wilt geschied. Het is Zijn Koningrijk en Hij heeft de volledige macht over alles. Wij behoren tot Zijn Koningrijk en wij zijn eigendom van Hem.
310 Surat al-Noor, vers 20
311 Surat al-Baqara, vers 207
312 Tirmidhi
313 Surat al-Hadid, vers 2
Lees ook: 20 veelgemaakte fouten tijdens de Ramadan