De betekenis van rechtvaardigheid
In de islamitische wereldbeschouwing betekent rechtvaardigheid het plaatsen van dingen op hun rechtmatige plaats. Het betekent ook anderen een gelijke behandeling geven. In de Islam is rechtvaardigheid ook een morele deugd en een eigenschap van de menselijke persoonlijkheid, zoals dat in de Westerse traditie het geval is. Gerechtigheid staat dicht bij gelijkheid in die zin dat het een toestand van evenwicht schept in de verdeling van rechten en plichten, maar ze zijn niet identiek. Soms wordt rechtvaardigheid bereikt door ongelijkheid, zoals bij de ongelijke verdeling van rijkdom. De Profeet van de Islam verklaarde:
“Er zijn zeven categorieën van mensen die God onder Zijn schaduw zal beschutten op de Dag waarop er geen schaduw zal zijn behalve de Zijne. (Een daarvan is de rechtvaardige leider).”
Allah sprak tot Zijn Boodschapper op deze wijze:
“O Mijn dienaren, Ik heb onrechtvaardigheid voor Mijzelf verboden en heb het ook voor jullie verboden. Vermijdt dus onrechtvaardig te zijn jegens elkander.” (Saheeh Muslim)
Rechtvaardigheid staat dus voor morele rechtschapenheid en billijkheid, omdat het betekent dat de dingen moeten zijn waar zij thuishoren.
Het belang van rechtvaardigheid
De Koran, het heilige geschrift van de Islam, beschouwt rechtvaardigheid als een opperste deugd. Het is een basisdoelstelling van de Islam in die mate dat het in volgorde van prioriteit staat naast het geloof in Gods exclusieve recht tot aanbidding (Tawheed) en de waarheid van Mohammeds profeet schap. God verklaart in de Koran:
“God beveelt rechtvaardigheid en eerlijk handelen…” (Koran 16:90)
En in een andere passage:
“O jullie die geloven, weest rechtschapen voor God en getuigt met rechtvaardigheid…” (Koran 5:8)
Men kan dus concluderen dat rechtvaardigheid een verplichting van de Islam is en onrechtvaardigheid verboden is. Het centrale belang van rechtvaardigheid in het Koranische waardesysteem blijkt uit het volgende vers:
“Wij zonden Onze Boodschappers met duidelijke tekenen en zonden met hen het Boek en de Maatregel neder om rechtvaardigheid onder de mensen te vestigen…” (Koran 57:25)
De zinsnede “Onze Boodschappers” laat zien dat rechtvaardigheid het doel is geweest van alle openbaringen en geschriften die aan de mensheid zijn gezonden. Het vers laat ook zien dat rechtvaardigheid moet worden gemeten en uitgevoerd aan de hand van de normen en richtlijnen die door de openbaring zijn vastgesteld. De benadering van rechtvaardigheid door de Islam is alomvattend en allesomvattend. Elke weg die tot gerechtigheid leidt, wordt geacht in overeenstemming te zijn met de islamitische wet. God heeft gerechtigheid geëist en, hoewel Hij geen specifieke weg heeft voorgeschreven, heeft Hij algemene richtlijnen gegeven, hoe die te bereiken. Hij heeft noch een vast middel voorgeschreven waarmee het kan worden verkregen, noch heeft Hij bepaalde middelen of methoden ongeldig verklaard die tot rechtvaardigheid kunnen leiden. Daarom zijn alle middelen, procedures en methoden die de zaak van gerechtigheid vergemakkelijken, verfijnen en bevorderen, en die niet in strijd zijn met de Islamitische Wet, geldig.
Gelijkheid in rechtvaardigheid
De Koranische normen van rechtvaardigheid overstijgen overwegingen van ras, religie, kleur en geloof, aangezien moslims wordt bevolen om rechtvaardig te zijn tegenover hun vrienden en vijanden, en om rechtvaardig te zijn op alle niveaus, zoals de Koran het zegt:
“O jullie die geloven! Komt op voor de rechtvaardigheid, als getuigen van Allah, ook al is het tegen uzelf, uw ouders en uw verwanten, of tegen de rijken of de armen…” (Koran 4:135)
Volgens een andere Koranpassage:
“Laat de haat van een volk u niet afleiden van de gerechtigheid. Weest rechtvaardig, want dit is het dichtst bij de gerechtigheid…” (Koran 5:8)
Met betrekking tot relaties met niet-moslims stelt de Koran verder:
“God verbiedt u niet goed te doen en rechtvaardig te zijn jegens hen, die u niet om uw geloof hebben bestreden, noch u uit uw huizen hebben verdreven…” (Koran 60:8)
De geleerden van de Koran hebben geconcludeerd dat deze voorschriften van toepassing zijn op alle volkeren, aanhangers van alle godsdiensten, in feite op de gehele mensheid. In de opvatting van de Koran is rechtvaardigheid een verplichting. Daarom werd de profeet gezegd:
“…Indien gij rechtspreekt, spreek recht tussen hen met rechtvaardigheid…” (Koran 5:42)
“Wij hebben u de Schrift met de waarheid geopenbaard, zodat u tussen de mensen kunt oordelen naar wat God u heeft geleerd.” (Koran 4:105)
De profeet was een rechter
Bovendien werd de profeet gezonden als rechter tussen de volkeren, en gezegd:
“…Zeg: Ik geloof in het Boek, dat God heeft nedergezonden, en het is mij bevolen rechtvaardig tussen u te richten…” (Koran 42:15)
De Koran ziet zichzelf als een geschrift dat hoofdzakelijk gewijd is aan het vastleggen van de beginselen van geloof en rechtvaardigheid. De Koran eist dat gerechtigheid voor iedereen geldt, en dat het een inherent recht is van alle mensen onder de Islamitische Wet. De tijdloze toewijding van de Koran aan de basisnormen van gerechtigheid is te vinden in zijn verklaring:
“En het woord van uw Heer is in waarheid en rechtvaardigheid vervuld. Niemand kan Zijn Woorden veranderen.” (Koran 6:115)
Recht doen is een vertrouwen dat God aan de mens heeft geschonken en, zoals alle andere vertrouwen, moet de vervulling ervan worden geleid door een gevoel van verantwoordelijkheid dat verder gaat dan louter voldoen aan vastgestelde regels. Zo staat het in de Koran:
“God gebiedt u vertrouwen te schenken aan wie het toekomt, en wanneer u tussen mensen oordeelt, oordeelt dan met rechtvaardigheid…” (Koran 4:58)
De verwijzing naar rechtvaardigheid die onmiddellijk volgt op een verwijzing naar het vervullen van vertrouwen geeft aan dat het een van de belangrijkste van alle vertrouwen is.
Rechtvaardigheid en de ego
Het Koranische concept van rechtvaardigheid breidt rechtvaardigheid ook uit tot een persoonlijke deugd, en een van de normen van morele voortreffelijkheid die een gelovige wordt aangemoedigd te bereiken als onderdeel van zijn God-bewustzijn. Allah zegt:
“…Weest rechtvaardig, want dat is het dichtst bij het Godsbewustzijn…” (Koran 5:8)
De Profeet zelf heeft opgedragen:
“Wees u bewust van God en wees rechtvaardig jegens uw kinderen.”
De Koran zegt tegen de gelovigen:
“…Wanneer jullie spreken, spreek dan met rechtvaardigheid, ook al is het tegen iemand die dicht bij jullie staat…” (Koran 6:152)
Specifieke voorbeelden van rechtvaardigheid die in de Koran worden aangemoedigd
De Koran verwijst ook naar specifieke gevallen en contexten van rechtvaardigheid. Een voorbeeld hiervan is de eis van rechtvaardige behandeling van wezen. God zegt:
“En nadert het eigendom van de wees niet dan op de schoonste wijze, totdat hij [of zij] de leeftijd van volle kracht heeft bereikt, en geeft maat en gewicht met rechtvaardigheid…” (Koran 6:152, zie ook 89:17, 93:9, en 107:2)
Surah al-Mutaffifeen
Eerlijkheid in maten en gewichten, zoals genoemd in het bovenstaande vers, wordt ook genoemd in andere passages waar rechtvaardigheid in het kopen, verkopen, en bij uitbreiding, op zakelijke transacties in het algemeen, wordt benadrukt. Er is een heel hoofdstuk van de Koran, Surah al-Mutaffifeen (“De overtreders in het geven van gewichten,” 83) waar frauderende handelaren worden bedreigd met goddelijke toorn.