In deel I van het verhaal van de profeet Sulaiman عليه السلام lazen we dat de koningin van Saba, Bilkis, boodschappers met geschenken naar Sulaiman had gestuurd om hem te paaien. Als antwoord had hij zijn leger opgesteld, compleet met dieren, zoals leeuwen en tijgers, vogels, mensen en djinn. De boodschappers van Bilkis waren inderdaad stomverbaasd. Zij keerden geschokt terug naar hun koningin terug en brachten de boodschap van Sulaiman over, tezamen met een verslag van de grootsheid van Sulaimans koninkrijk.
De troon van Bilkis
Bilkis besloot om Sulaiman عليه السلام persoonlijk te ontmoeten, samen met haar ambtenaren. Toen hij dit bericht ontving, besloot Sulaiman aan Bilkis en haar ambtenaren de kracht te tonen van de wonderen, die Allah hem had geschonken. Hij vroeg zijn leger:
“Raad van voornaamsten! Wie van jullie brengt mij haar troon voordat zij tot mij komen als (mensen) die zich (aan God) hebben overgegeven?” Ifrit, een van de machtige djinns, antwoordde de profeet Sulaiman onmiddellijk: “Ik zal het u brengen voordat u van uw plaats opstaat. Ik ben inderdaad sterk en betrouwbaar voor zulk werk.” (27:30)
Maar Sulaiman عليه السلام zweeg, in afwachting van een beter aanbod.
“Een andere djinn met kennis van de geschriften nam het woord: “Ik zal het u in een oogwenk brengen.” (27:40)
Sulaiman عليه السلام is zelf ook verbaasd
In een fractie van een seconde werd de troon van Bilkis van over 2.000 mijl naar de profeet Sulaiman عليه السلام gebracht. Sulaiman zelf was verbaasd over het wonder dat Allah hem had geschonken en prees zijn Heer mateloos.
En toen hij het voor zich zag, zei hij: “Dit is een gunst van mijn Heer, om mij te beproeven, of ik dankbaar of ondankbaar zal zijn. En wie dankbaar is, zijn dankbaarheid is slechts voor hemzelf. En wie ondankbaar is: voorwaar, mijn Heer is vrij van nood en vrijgevig.” (27:40)
Sulaiman gaf daarna de opdracht aan de djinn:
“Vermom voor haar haar troon; wij zullen zien of zij geleid zal worden (naar de waarheid) of zal behoren tot degenen die niet geleid worden.” (27:41)
Vloeren van glas
Daarop beval hij de djinn een paleis te bouwen met vloeren van dun maar stevig glas, waar onderdoor rivieren stroomden.
Toen Bilkis aankwam, trok haar troon onmiddellijk haar aandacht. Toen hij de reactie van Bilkis op de troon opmerkte, vroeg Sulaiman عليه السلام: “Is dit jouw troon?” Bilkis was grondig in de war. Zij vroeg zich af of haar troon werkelijk hier gekomen was of dat iemand hem nagemaakt kon hebben. Voorzichtig antwoordde zij: “Het is alsof het precies dezelfde is.”
Sulaiman عليه السلام vond haar intelligent en diplomatiek, dus nodigde hij haar uit in zijn paleis. Toen Bilkis op het punt stond binnen te komen, zag zij de glazen vloer aan voor water en tilde haar rokken op. In de Koran staat:
“Zij dacht dat het een watermassa was en ontblootte haar schenen (om er doorheen te waden). Hij zei: “Voorwaar, het is een paleis (waarvan de vloer is) gemaakt van glas.” Zij zei: “Mijn Heer, voorwaar, ik heb mijzelf onrecht aangedaan en ik onderwerp mij met Sulaiman aan Allah, de Heer der Werelden.” (27:44)
Bilkis besefte dat het koninkrijk van Sulaiman inderdaad anders was dan enig koninkrijk dat zij ooit eerder had gezien. Zij aanschouwde zijn wijsheid en nederigheid samen met zijn krachtige macht en aanvaardde hem als de boodschapper van Allah. Zij toonde berouw en omhelsde samen met haar volk de Islam.
De dood van de profeet Sulaiman عليه السلام
De profeet Sulaiman عليه السلام leefde en regeerde in glorie. Veel van zijn openbare werk werd verricht door de djinns, Dit was een straf voor hen omdat ze de mensen wijs hadden gemaakt dat djinns kennis hebben van het ongeziene. Sulaiman onderwees zijn volk dat alleen Allah over dergelijke kennis beschikte. Zelfs de dood van de profeet Sulaiman عليه السلامwas een les in dit opzicht.
Sulaiman zat met zijn staf in zijn hand, terwijl hij een aantal djinns overzag die in een mijn aan het werk waren. De djinn, die doodsbang waren voor Sulaiman, waren met al hun aandacht bezig met het gebouw, toen Allah besloot Sulaiman het leven te ontnemen.
De toekomst is alleen bekend bij Allah
Niemand was zich van zijn dood bewust, totdat dagen later een hongerige houtworm aan zijn houten staf begon te knagen. Hij at zijn buik rond en toen brak de staf, waardoor het lichaam van de profeet Sulaiman عليه السلام, dat erop leunde, op de grond viel. De mensen haastten zich naar hun profeet en al snel realiseerden zij zich dat hij al een tijdje ervoor gestorven was. Zo werd iedereen zich ervan bewust, dat als de djinn over de kennis van het ongeziene hadden beschikt, zij zichzelf niet hadden gekweld door hard te werken, omdat zij in de veronderstelling waren dat Sulaiman hen in de gaten hield. Zowel het leven als wel de dood van Sulaiman عليه السلام waren vol wonderen, waaruit de mensheid ongelooflijke lessen kan trekken.
“En toen Wij de dood van Salomo verordonneerden, wees niets de djinn op zijn dood, behalve een schepsel van de aarde dat zijn staf opat. Maar toen hij viel, werd het de djinn duidelijk dat als zij het ongeziene hadden gekend, zij niet in een vernederende bestraffing zouden zijn gebleven.” (34:14)
Zo zie je dat de toekomst niet bekend is bij de djinn noch bij de profeten, maar alleen bij Allah!