Al-Qayyum [de Zelfbestaande]
Allah is al-Qayyum, de Zelfbestaande. Zo zegt Allah: ‘’En de gezichten onderwerpen zich nederig aan al-Hayy [de Levende], al-Qayyum [de Zelfbestaande]. Degene die onrecht met zich meedraagt, heeft gefaald.’’283
Ook deze Naam komt voor in Ayat al-Kursi.
Weet dat alles te categoriseren is in twee groepen: iets dat behoeftig is en iets dat niet behoeftig is. Alles behalve Allah hoort in de eerste categorie. Elk persoon is behoeftig aan eten, drinken, ruimte, etc. Allah is onafhankelijk van al deze zaken. Allah is Zelfbestaand en Hij is Qaimun bi Zatihi. Dit betekent dat niks op Hem lijkt in geen enkel opzicht. Wij hebben Allah nooit gezien en kunnen ons Allah dus niet vatten met ons beperkte verstand. Wij kunnen alleen datgene voorstellen wat wij kunnen waarnemen. We kunnen dingen die wij niet hebben gezien wel inbeelden, als we het kunnen vergelijken met andere zaken. Zo kunnen we een roze olifant inbeelden, omdat we weten wat roze en olifant is. Maar aangezien we Allah niet kunnen vergelijken, kunnen we ons niet voorstellen hoe Allah is. Daarom kan iemand die een goede dogmatiek [Aqeedah] heeft, zich niet voorstellen hoe Allah is. Iemand wiens Aqeedah onjuist is, zal figuurlijke teksten, letterlijk nemen en geloven dat Allah zit, Zich verplaatst en ledematen heeft.
Al-Wajid [de Vinder]
Allah is al-Wajid, de Vinder. Wajid komt van Wajada dat vinden, bedenken en uitvinden betekent. Het woordje Wujuud [lichaam] komt ook van Wajid. Deze Naam betekent eigenlijk dat Allah de Schepper is van alle lichamen. Hij schept niet, omdat Hij er behoefte aan heeft, maar Hij schept, omdat de schepping behoeftig is. Het is belangrijk om te weten dat bij Allah de mogelijkheid niet bestaat dat Hij iets niet kan vinden, oftewel dat Hij niet op de hoogte is van bepaalde gebeurtenissen. Hij ziet ons zonder ogen en Hij hoort ons zonder oren. Deze Naam leert ons ook dat alles uiteindelijk boven water zal komen. Al het onrechtvaardige en slechte zal of op deze wereld of in het Hiernamaals berecht worden. We dienen dus nooit wanhopig te zijn, omdat we ons ervan bewust moeten zijn dat Allah ons ziet. We dienen ons vertrouwen te stellen op Allah.
Al-Maajid [de Nobele]
Allah is al-Maajid, de Nobele. Deze Naam lijkt op al-Majid [de Glorierijke], die reeds besproken is. De mens kan nobel zijn. Als iemand heel erg goed is, ook al heeft hij kleine gebreken en tekortkomingen, noemen wij hem nobel. De echte Nobele is echter Allah. Hij is namelijk zonder gebreken en tekortkomingen. Daarom moeten wij geloven dat Allah alleen het goede doet. Het slechte is enkel geschapen als een beproeving, zodat we het onderscheid kennen tussen onderdrukking en vrede, armoede en rijkdom, etc. Het zit in de aard van de mens dat hij houdt van volmaaktheid. Niemand houdt van dingen die defect zijn of tekortkomingen hebben. Als de mens Allah heeft gevonden dan heeft hij volmaaktheid gevonden, waardoor de mens tot rust komt. Vindt de mens iets of iemand anders dan Allah, dan hebben ze iets gevonden wat niet volmaakt is. Zij zullen daarom dus nooit werkelijk tot rust komen. Allah zegt in de Koran: ‘’[Zij zijn] degenen die geloven en van wie de harten tot rust komen door het gedenken van Allah. Weet dan, het is door het gedenken van Allah dat de harten tot rust komen.’’284
Sommigen zullen zeggen dat ze Allah hebben gevonden, maar nog steeds geen rust ervaren. Deze mensen denken dat zij Allah hebben gevonden, maar weet dat je Allah niet hebt gevonden, indien er geen rust aanwezig is in het hart. De status van perfectie [Ihsaan] kan bereikt worden door je bijvoorbeeld in te zetten voor de zaak van Allah, door kennis op te doen en door vrijwillig aanbiddingen te verrichten. Daarnaast dient de moslim altijd geduldig te zijn en bepaalde zaken die slecht lijken toch als een gunst te zien. Zo zal hij een ziekte zien als een gunst, omdat het een vergelding is voor de zonden die hij eerder heeft gepleegd. Ook dienen we tevreden te zijn met hetgeen we krijgen. De Profeet [sal Allahu alayhi wa sallam] zei: ‘’Voor degene die gezond wakker wordt, zich veilig voelt en eten heeft voor die dag, is het alsof hij de hele wereld heeft verkregen.’’285
Allah geeft sommigen rijkdom, omdat Hij weet dat ze in ongeloof en dwaling zouden vallen als ze arm zouden zijn. En Allah geeft sommigen armoede, omdat Hij weet dat ze in ongeloof en dwaling zouden vallen als ze rijk zouden zijn. Dit betekent niet dat Allah onrechtvaardig is, maar dat Hij de mens wilt opvoeden en beproeven. Hij heeft namelijk genoeg geschapen, maar de mensen verdelen het onderling op een onrechtvaardige manier. Zo zegt Allah: ‘’En indien Allah het levensonderhoud aan Zijn dienaren had verruimd, dan zouden zij zich opstandig [en buitensporig] op de aarde hebben gedragen. Doch Hij doet met mate neerdalen hetgeen Hij wenst. Hij is omtrent Zijn dienaren Alkennend, Alziend.’’286
283 Surah Taha, vers 111
284 Surat al-Ra’d, vers 28
285 Ibn Majah, 4280
286 Surat al-Shura, vers 27