Achtergrond
Volgens een overlevering van ibn Abbas zit er een periode van 10 Quruun tussen Adam [vrede zij met hem] en Noach [vrede zij met hem]. Quruun is het meervoud van Qarn en kan zowel eeuw als generatie betekenen. Noach [vrede zij met hem] is de zoon van Lamech, de zoon van Methuselah, de zoon van Enoch/Idris, de zoon van Jared, de zoon van Mahalalel, de zoon van Kenan, de zoon van Enos, de zoon van Shith, de zoon van Adam. Vrede zij met hen allen.
In de tijd van Noach [vrede zij met hem] bedacht de duivel een list en fluisterde mensen in om standbeelden te maken van de goede mensen die voor hen leefden. Dit zou hen dan moeten herinneren aan Allah, zodat ze Allah beter zouden aanbidden. Na een aantal jaren begonnen mensen deze standbeelden als goden te zien en te aanbidden.
Eerste boodschapper (Rasool)
Noach is de eerste boodschapper [Rasool]. Hij kreeg een openbaring en moest dit verkondigen aan de mensen. Hij moest ze waarschuwen voor de bestraffing in het hiernamaals voor het aanbidden van afgoden. Hij heeft zijn volk negenhonderdvijftig jaar lang uitgenodigd naar Allah. Volgens een overlevering van ibn Abbas was Noach [vrede zij met hem] 380 jaar oud
toen hij begon met het verkondigen. Naast Abraham, Mozes, Jezus en de Profeet [sal Allahu alayhi wa sallam] behoort Noach ook tot de Ulu al-Adhm. Dit zijn de Profeten die zijn begunstigd met standvastigheid en geduld.
Noach in de Koran
Het verhaal van Noach is naast Surah Noach ook te lezen in verschillende hoofdstukken in de Koran, zoals: Surat al A’raf, Surah Jona, Surah Hud, Surat al-Anbiya, Surat al-Mu’minoon, Surat al-Shu’ara, Surat al-Ankaboot, Surat as-Saffaat, Surat al-Qamar en Surat al-Inshiqaq.
Zo zegt Allah: ‘’En aan Noach is geopenbaard: “Niemand van jouw volk zal tot geloof komen, afgezien van hen die al geloofden. Wees dus niet bedroefd over wat zij aan het doen waren. Bouw dan het schip onder Onze ogen en volgens Onze openbaring, maar spreek Ons niet aan over hen die onrecht plegen; zij zullen verdronken worden.”
En hij bouwde het schip en telkens als er voornaamste van zijn volk voorbijkwamen maakten zij hem belachelijk. Hij zei: “Jullie maken ons belachelijk, maar wij zullen jullie belachelijk maken, zoals jullie [ons nu] belachelijk maken. En jullie zullen weten tot wie de bestraffing zal komen die hem te schande maakt en op wie een blijvende bestraffing zal neerkomen.” Toen dan Onze beschikking kwam en de oven overkookte, zeiden Wij: “Belaad het met van alles twee stuks, paarsgewijs,
en met jouw familie behalve hem over wie al sprake geweest is, en met wie geloven.” Maar slechts weinigen geloofden met hem. En hij zei: “Gaat aan boord. In Gods naam zal het afvaren en afmeren.
Mijn Heer is vergevend en barmhartig.” En het [schip] voer met hen weg door golven als bergen en Noach riep naar zijn zoon die apart stond: “Mijn zoon! Kom met ons aan boord en wees niet een van de ongelovigen.” Hij zei: “Ik zal wel een onderkomen op een berg vinden die mij tegen het water zal
beschermen.” Hij zei: “Tegen Gods beschikking is er vandaag geen beschermer behalve voor hen met wie Hij erbarmen heeft.” En de golven kwamen tussen hen beiden in en zo werd hij een van de verdronkenen.
En er werd gezegd: “O aarde, slik je water in en o hemel, droog op” en het water nam af. De beslissing was gevallen. En het [schip] kwam op de Djoedi/Ararat vast te zitten. En er werd gezegd: “Weg met de mensen die onrecht plegen.”1
Uitnodigen en de opdracht
Noach [vrede zij met hem] nodigde de mensen uit zowel in het geheim als openlijk. Hij heeft mensen in groepen aangesproken, maar ook 1 op 1. De mensen wilden echter niet luisteren naar hem en ze waren volhardend en hoogmoedig.
Hierop kreeg Noach [vrede zij met hem] de opdracht van Allah om een grote ark te bouwen, zodat degenen die erin zouden stappen, gered zouden worden van de zondvloed die eraan zou komen. Het is overgeleverd dat Noach [vrede zij met hem] eerst bomen heeft geplant en
vervolgens deze bomen heeft afgekapt om daarvan de ark te maken. Er waren precieze instructies van Allah en deze werden gevolgd door Noach. De ark had vier verdiepingen, waarbij van elk dier een paar werd meegenomen. Er waren tussen de 10 en 80 mensen op de ark. Het volk ging spotten met Noach [vrede zij met hem] en geloofden niet dat er een
zondvloed zou komen. Zelfs een van zijn zonen geloofde niet in hem en was een ongelovige die niet in de ark stapte. Hij geloofde dat hij gered zou worden als hij op een hoge berg zou staan, maar dit was niet voldoende. Het water kwam van alle kanten, waardoor hij overleed.
Een andere zoon van Noach, genaamd Sam, was wel op de boot. De Semitisch sprekende volkeren, Semieten, zijn vernoemd naar Sam. In de Koran worden twee vrouwen genoemd die niet geloofden in hun echtgenoot als Profeet. Zo zegt Allah: ‘’Allah heeft aan degenen die niet
geloven een gelijkenis voorgelegd: de vrouwen van Noach en Lot. Zij stonden onder [de hoede van] twee van Onze meest deugdzame dienaren, doch zij hebben hen verraden. Geen van hen tweeën [Noach en
Lot] kon hen nog beschermen tegenover Allah, toen tegen hen werd gezegd: ‘’Treed beiden het Vuur binnen, samen met degenen die binnentreden.’’2
De vrouw van Noach was dus een ongelovige. Er is een meningsverschil onder de geleerden of de vrouw van Noach was ingestapt in de ark of dat ze voor de zondvloed al was overleden. Noach [vrede zij met hem] deed een smeekbede -en de smeekbeden van de profeten is geaccepteerd- dat er geen ongelovigen op de aarde moesten overblijven. In de Koran lezen we:
‘’En Noach zei: “Mijn Heer, laat niet een van de ongelovigen op de aarde blijven wonen.’’3
Allah prijst Noach in de Koran en zegt over hem: ‘’En hij was inderdaad een dankbare dienaar.’’4 Hij heeft nooit getwijfeld aan Allah en volgde te allen tijde zijn opdrachten. Het was de gewoonte van Noach [vrede zij met hem] om elke dag, met uitzondering van de feestdagen, te vasten.
1 Surah Hud, verzen 36-44
2 Surat al-Tahrim, vers 10
3 Surah Noach, vers 26
4 Surat al-Isra, vers 3