Achtergrond
Allah is al-Muhyi, de Gever van Leven en al-Mumit, de Nemer van leven. Zo zegt Allah: ‘’En tot Zijn tekenen behoort dat je de aarde verdroogd ziet, doch wanneer Wij water op haar doen neerdalen, komt ze trillend in beweging en zwelt ze op [met leven]. Hij Die haar doet herleven doet zeker ook de doden herleven. En Hij is Almachtig over alle dingen.’’273
En: ‘’Zo geeft Allah leven aan de doden terug en toont Hij jullie Zijn tekenen. Wellicht zullen jullie je verstand gebruiken.’’274
En: ‘’Er is geen god naast Hem. Hij doet leven en Hij doet sterven.’’275
Weet dat enkel Allah leven kan geven en nemen. Dit houdt automatisch in dat Hij al- Hayy, de Levende is. We dienen Allah dus te zien als een entiteit. Hij is dus niet de natuur of een bepaalde gebeurtenis (zoals de Big Bang). Hij staat los hiervan.
De mens is in leven, omdat hij een Ruh [ziel] heeft. Allah zegt over de Ruh het volgende in de Koran: ‘’Zij vragen jou over de Ruh. Zeg: ‘’De Ruh behoort tot het gebod van mijn Heer. Er is jullie niet anders dan heel weinig kennis verleend.’’276
Ruh is onbekend
We kunnen als mensen enkel gissen wat de Ruh is, maar zeker zullen we het nooit weten. Allah heeft ons hier namelijk geen kennis over gegeven. Imam al-Ghazali [rahimahu Allah] legt de Ruh uit door een vergelijking te maken met een tak van een boom. Deze tak leeft, doordat er vocht in zit. Wanneer je de tak afhakt van de boom, zal de vocht weggaan en de tak zal doodgaan. Dit is hetzelfde bij de mens: als de Ruh weggaat, zal de mens doodgaan.
De dood is ook iets dat wij moeilijk kunnen vatten. Zo wordt het volgende verteld in de Koran: ‘’Of zoals degene die voorbij een stad trok, die tot op haar grondvesen tot een ruine was vervalen. Hij vroeg zich af: ‘’Hoe zal Allah haar na haar dood weer tot leven brengen?’’ Allah deed hem voor honderd jaar sterven, waarna Hij hem weer tot leven bracht. [Allah] vroeg hem: ‘’Hoe lang heb je [in deze toestand] doorgebracht?’’ Hij antwoordde: ‘’Een dag of een gedeelte daarvan.’’ Hij zei: ‘’Nee, integendeel! Je hebt hier honderd jaar doorgebracht. Kijk naar je voedsel en je drank, die zijn niet bedorven. Kijk ook naar je ezel, opdat mensen hiervan een les leren. En kijk naar die beenderen, hoe Wij die samenvoegen en daarna met vlees bekleden.’’ Toen het hem duidelijk was geworden, zei hij: ‘’Ik besef nu [heel goed] dat Allah Almachtig is omtrent alle dingen.’’
Volgens een aantal metgezellen ging dit over de profeet Uzayr [Alayhi Salaam]. Wat hier gebeurde was een wonder en moeilijk te vatten voor ons verstand. Wij dienen hier echter wel in te geloven, omdat het in de Koran staat. Deze wonderen gebeuren niet meer, omdat er geen nieuwe profeten komen. Het enige wonder die we zullen hebben tot de Dag des Oordeels is de Koran.
Allah zegt in de Koran: ‘’Allah neemt de zielen weg op het moment van hun sterven en bij degenen die niet sterven in hun slaap. Dan houdt Hij de zielen vast voor welke Hij over de dood heeft beschikt en laat Hij de anderen vrij tot een vastgesteld termijn. Daarin bevinden zich zeker tekenen voor een volk dat nadenkt.’’
Hieruit leren we dat de zielen worden ontnomen, als wij gaan slapen. Daarom zei de Profeet het volgende: ‘’Als iemand van jullie naar bed gaat; laat hem zijn deken schudden, omdat hij niet weet wat erin gevallen kan zijn, nadat hij het had verlaten. Laat hem vervolgens het volgende reciteren:
273 Surah Fussilat, vers 39
274 Surat al-Baqara, vers 73
275 Surat al-A’raf, vers 158
276 Surat al-Isra’, vers 85
Al-Hayy [de Levende]
Allah is al-Hayy, de Levende. Dit betekent dat Allah ons constant in de gaten houdt. Niks ontkomt aan Zijn Kennis, Macht of Kracht. Daarom is Allah de onafhankelijke; Zijn leven is niet afhankelijk van iets of iemand. Alles dat leeft, is echter wel afhankelijk van Hem. Deze Naam komt voor in Ayat al-Kursi: ‘’Allah, er is geen andere god dan Hij, al-Hayy [de Levende], al-Qayyum [alles bestaat dankzij Hem en is afhankelijk van Hem]. Sluimer noch slaap kunnen Hem overvallen. Aan Hem behoort al hetgeen zich in de hemelen bevindt en al hetgeen zich op de aarde bevindt. Wie is degene die bij Hem [om vergiffenis] kan bemiddelen, anders dan met Zijn toestemming? Hij weet hetgeen voor hen is en hetgeen achter hen is. Zij kunnen niets van Zijn kennis omvatten, behalve hetgeen Hij wil. Zijn Troon strekt zich uit over de hemelen en over de aarde. Voor Hem is het geen moeite om over beide te waken. Hij is al-‘Ali [de Verhevene], al-‘Azim [de Geweldige].’’280
En ook: ‘’Stel jouw vertrouwen in al-Hayy [de Levende], Die niet sterft en verheerlijk Hem met de lof die Hem toekomt. Hij is goed op de hoogte van de zonden van Zijn dienaren.’’281
Deze Naam leert ons ook dat iedereen afhankelijk is van Allah; aangezien alles leeft, met de Wil van Allah. Zo zegt Allah: ‘’[Zeker, Hij is] de Uitvoerder van hetgeen Hij wil.’’282
280 Surat al-Baqara, vers 255
281 Surat al-Furqan, vers 58
282 Surat al-Buruj, vers 16
Lees ook: Yusuf (A.S.) – Zijn jeugd en jongere jaren