Achtergrond
Zij is de dochter van `Umar ibn al-Khattaab, moge Allaah tevreden met hen zijn.
In de Arabische taal is hafs een van de namen van de leeuw. De Boodschapper van Allaah, sallallaahu `alayhi wa sallam, zou `Umar vaak aanspreken als Abd Hafs.
Er is een verhaal voor achter haar binnenkomst in het huishouden van het profeetschap als vrouw van de Boodschapper van Allaah, sallallaahu `alayhi wa sallam.
Zij was getrouwd met een man bekend als Hisn ibn Hudhaafah die getuige was van de Slag bij Badr en vervolgens ziek werd in Madeenah en stierf. Hafsah werd toen weduwe.
Het maakte deel uit van de Arabische cultuur, hetzij in de tijd van onwetendheid, hetzij na de opkomst van de Islam, dat een man zich inspande om zijn dochter, zuster of welke vrouw dan ook die onder zijn voogdij stond, uit te huwelijken – zonder enig ongemak – aan iemand die hij goed en geschikt achtte. Dit is omdat; haar voortdurend verblijf in zijn huis als een ongehuwd meisje of een weduwe wordt beschouwd als een grote schande.
Dus toen Hafsah weduwe werd, deed dit `Umar, moge Allaah tevreden met hem zijn, pijn en hij was verontrust. Hij ging op een dag op weg naar het huis van de dichtstbijzijnde persoon voor hem en dat was Abu Bakr As-Siddeeq, moge Allaah tevreden met hem zijn. Hij bracht hem op de hoogte van wat er in zijn hoofd omging en bood hem Hafsah, moge Allaah tevreden met haar zijn, ten huwelijk aan. Abu Bakr, moge Allaah tevreden met hem zijn, zweeg en sprak geen woord. `Umar, moge Allaah tevreden met hem zijn, verliet zijn huis zeer bedroefd en verbitterd.
En `Uthmaan kwam in zijn gedachten.
Ontwikkelingen
Aangezien zijn vrouw, Ruqayyah, de dochter van de Profeet dood was; was hij in een betere positie om gunstig te reageren op zijn aanbod. Dus ging hij naar zijn huis en bood hem zijn dochter ten huwelijk aan. Maar `Uthmaan zei tegen hem: “Ik wil vandaag niet trouwen.”
Wie was zij die Ruqayyah, moge Allaah tevreden met haar zijn, kan vervangen in het huis van `Uthmaan, moge Allaah tevreden met hem zijn, nadat zij beiden vele jaren van het leven met elkaar hebben genoten? En `Uthmaan, moge Allaah tevreden met hem zijn, verkeerde in een psychologische toestand die hem niet in staat stelde een huwelijksaanzoek te doen of te trouwen.
`Umar’s, moge Allaah tevreden met hem zijn, leed nam toe.
De Boodschapper van Allaah, sallallaahu `alayhi wa sallam, zag hem toen in die toestand. Hij vroeg hem naar de zaak en `Umar, moge Allaah tevreden met hem zijn, vertelde hem over zijn ontmoeting met Abu Bakr en `Uthmaan, moge Allaah tevreden met hen zijn. Bitterheid en woede tegen hen kon worden opgemerkt in zijn spraak en de manier waarop hij sprak.
De Boodschapper van Allaah, sallallaahu `alayhi wa sallam, kalmeerde hem en zei toen: “Hafsah, moge Allaah tevreden met haar zijn, zal iemand trouwen die beter is dan `Uthmaan en `Uthmaan zal iemand trouwen die beter is dan Hafsah, moge Allaah tevreden met hen zijn.”
Relatie
`Umar, moge Allaah tevreden met hem zijn, stond op, enigszins gekalmeerd, maar hij krabde nog steeds op zijn hoofd over de betekenis van de uitspraak van de Profeet, sallallaahu `alayhi wa sallam. Toen Abu Bakr, moge Allaah tevreden met hem zijn, hem tegenkwam, benaderde hij hem en zij spraken met elkaar. `Umar, moge Allaah tevreden met hem zijn, informeerde hem over wat hij hoorde van de Boodschapper van Allaah, sallallaahu `alayhi wa sallam, en hij vertelde Abu Bakr, moge Allaah tevreden met hem zijn, dat hij de uitspraak niet kon begrijpen.
Abu Bakr, moge Allaah tevreden met hem zijn, glimlachte en zei: “Ik heb de Boodschapper van Allaah, sallallaahu `alayhi wa sallam, Hafsah horen noemen, moge Allaah tevreden met haar zijn. Maar ik zou zijn geheim niet willen onthullen. Als hij zijn interesse niet had getoond om met haar te trouwen zou ik met haar getrouwd zijn. Dus koester geen wrok tegen mij.”
`Uthmaan, moge Allaah tevreden met hem zijn, kwam naar de Boodschapper van Allaah, sallallaahu `alayhi wa sallam, in zijn zachtheid, verlegenheid en verdriet. Hij was betraand en somber. Hij zei: “Mijn huwelijksrelatie met jou is tot een einde gekomen door de dood van Ruqayyah, O’ Boodschapper van Allaah!”
De edele Boodschapper, sallallaahu `alayhi wa sallam, leefde met hem mee en zei toen: “Ik heb je haar zuster, Umm Kulthoom, ten huwelijk gegeven. Als ik tien dochters had gehad, had ik ze (de een na de ander) aan jou ten huwelijk gegeven.”
Zo trouwde de Boodschapper van Allaah, sallallaahu `alayhi wa sallam, met Hafsah en `Uthmaan trouwde met Umm Kulthoom, moge Allaah tevreden met hen zijn. En zo kwam Hafsah in het huishouden van de Profeet, sallallaahu alayhi wa sallam, als een van de moeders van de gelovigen.
Hafsah, moge Allaah tevreden met haar zijn, was een toegewijde aanbidder, zeer vroom, altijd vastend en biddend in de nacht. Zij was het dichtst bij `Aa`ishah, moge Allaah tevreden met haar zijn, onder de vrouw van de Profeet, sallallaahu `alayhi wa sallam. Het is alsof zij twee zusters waren. Ze waren het altijd met elkaar eens en waren het nooit oneens.
Echter, Hafsah, moge Allaah tevreden met haar zijn, had in haar aard een aspect van de betekenis van haar naam: Ze was enigszins streng en hard. Misschien erfde zij dat van haar vader `Umar Al-Faarooq, moge Allaah tevreden met hen zijn. Deze hardheid werd versterkt door de dood van haar eerste echtgenoot, waardoor ze snel geïrriteerd raakte.
Het was deze aard van haar die ervoor zorgde dat de Boodschapper van Allaah, sallallaahu `alayhi wa sallam, een keer van haar scheidde waarna hij haar terugnam.
We moeten even wachten wat betreft zijn terugname van haar, want er zit iets in dat de status van `Umar, moge Allaah tevreden met hem zijn, aantoont.
Ibn Sa`d legde vast dat de Boodschapper van Allaah, sallallaahu `alayhi wa sallam, een keer scheidde van Hafsah, moge Allaah tevreden met haar zijn, en haar vervolgens terugnam omdat de engel Gabriel tegen hem zei: “Neem Hafsah terug, want zij vast vaak en bidt in de nacht. En zij is uw vrouw in het Paradijs.”