Er zijn veel voorkomende fouten of vergissingen die moslim maken bij het verrichten van salaah. Veel moslims verwaarlozen deze fouten door hun onvoldoende kennis over het perfectioneren van hun gebed, en zonder verder te weten of zij het volgens de Soennah doen.
Het gebed (Salaah) is de tweede van de vijf zuilen van Islam na het accepteren van de Eenheid van Allah, en het is de meest belangrijke. Allah (SWT) heeft het fard (verplicht) gemaakt voor iedere moslim. Salaah zal de eerste zijn die ondervraagd zal worden op de Dag des Oordeels.
En wees standvastig in het gebed en geef aalmoezen en buig in het gebed met allen die aldus buigen. (Koran Al-Baqara 2:43)
Lees ook: 6 vrijwillige gebeden die het paradijs dichterbij brengen
-
Gebed van Naafil nadat de Iqammah wordt aangekondigd
Wanneer je de iqammah (oproep tot het gezamenlijke gebed) hoort, is het zeer belangrijk om alle vrijwillige (Naafil) gebeden te stoppen, en je aan te sluiten bij de rij voor het voorgeschreven gebed.
Er werd overgeleverd dat Abu Hurairah (RA) zei: de boodschapper van Allah ﷺ zei: “wanneer de iqamah voor het gebed is gezegd, is er geen gebed behalve het voorgeschreven gebed”[1].
Lees ook: 10 feiten over het gebed
-
Het opheffen van de blik tijdens het bidden
Het opheffen van de blik tijdens het bidden is verboden, hetzij naar rechts of naar links kijkend. Kijk vooral naar het punt waar het voorhoofd moet worden geplaatst. Dit is een teken van gebrek aan concentratie in de Salaah.
Er is overgeleverd dat Anas Ibn Maalik (RA) zei, dat de profeet ﷺ zei: “wat is er aan de hand met mensen die hun blik naar de hemel opheffen tijdens het bidden? “En hij sprak daar streng over, totdat hij zei: “zij moeten daarmee ophouden, anders zal hun gezichtsvermogen worden weggerukt”. [2]
-
Het niet opheffen van de hand bij de openingstakbeer
Het is verplicht om beide handen op te heffen bij het begin van elk gebed. Veel moslims verzuimen of vergeten dit te doen omdat zij zich haasten om de verstreken rak’a met de Imam in te halen. Als je dit niet doet, vervalt je hele gebed.
Overgeleverd van Abdullah bin Umar (RA) is dat hij heeft gezegd: “Ik zag de boodschapper van Allah ﷺ het gebed openen met takbeer en zijn handen opheffen tot de hoogte van zijn schouders op het moment van het zeggen van de takbeer, en bij het zeggen van de takbir voor het buigen deed hij hetzelfde.”[3]
-
Het haastig verrichten van het gebed in Roekoo’ of sujood
Roekoo’ of sujood is een essentieel onderdeel van de salaat. Deze posities dienen nauwkeurig te worden uitgevoerd door in een langzaam tempo te buigen en te prostreren. Het haasten om rukoo of sujood te verrichten kan resulteren in het prostreren of buigen op de verkeerde manier.
Abi Qatadda (RA) verhaalde dat de boodschapper van Allah ﷺ zei: En de ergste van de dieven is degene die zijn gebed steelt”.
Zij zeiden: “Hoe steelt hij zijn gebed, boodschapper van Allah ﷺ?” Hij antwoordde: “Hij verricht niet op de juiste wijze ruku of sajda.”[4]
-
Het optillen van de voet tijdens sujood
Onjuiste sujood in salaah is door ofwel de linker- of rechtervoet op elkaar te plaatsen of er soms mee te spelen. Men dient ervoor te zorgen dat de punt van de voeten op de grond geplaatst wordt.
Ibn Abbas (RA) berichtte dat de boodschapper van Allah ﷺ zei: “Mij is bevolen te prostreren op zeven botten: op het voorhoofd” – en wees vervolgens met zijn hand naar zijn neus, handen, voeten, en de uiteinden van de voeten. [5]
-
Racen met de Imam, of met hem meebewegen in het gezamenlijk gebed
De Imam is de leider bij het verrichten van salaah in een samenkomst. Iedereen aan zijn achterkant dient hem te volgen. Wedijver niet met de Imam in het gebed. Wacht tot hij iets zegt of doet alvorens dat te doen.
Overgeleverd is dat Anas bin Malik (RA) zei: “De boodschapper van Allah ﷺ leidde ons op een dag in het gebed, draaide zich toen naar ons toe en zei: “Ik ben nu jullie Imam, dus neig niet te buigen of te prostreren of te gaan staan of weg te gaan voordat ik dat doe. Ik kan jullie voor mij en achter mij zien”. [6]
-
Met spoed naar de Moskee gaan voor het gebed
Overgeleverd van Abu Huraira (RA) De Profeet ﷺ zei: “Wanneer jullie de iqama horen, ga dan over tot het gebed met kalmte en plechtigheid en maak geen haast. En bid wat je in staat bent te bidden en voltooi wat je hebt gemist. [7]
-
Wachten op de Imam tot hij opstaat om met het gebed te beginnen
Wanneer je de moskee binnengaat en je vindt de Imam in een bepaalde fase van het gebed. Je hoeft niet op hem te wachten tot hij weer rechtstaat. Het enige wat je hoeft te doen is, een openings takbir te maken, en je vervolgens bij hem te voegen in die positie.
Abdullah Ibn Mughafal (RA) de boodschapper van Allah ﷺ zei; “wie mij aantreft in een staat van ruku, staand of in sujood laat het zijn met dezelfde positie waar ik in ben”. [8]
-
Het verheffen van de stem in Dhikr na Salaah (Gebed)
Dhikr is een handeling in de Islam waarbij het gebed wordt gereciteerd (hetzij door de tong te bewegen of in stilte in het hart) om God te verheerlijken. Het verheffen van de stem na de salaah kan ervoor zorgen dat anderen die nog aan het bidden zijn, hun concentratie verliezen bij het reciteren.
Overgeleverd van Abu Sa’id al-Khdri (RA) is dat de boodschapper van Allah ﷺ zei: “LO! Ieder van jullie roept rustig zijn heer aan. De een moet de ander niet lastig vallen en de een moet zijn stem niet verheffen bij het reciteren of bij het gebed over de stem van de ander.” [9]
-
Het niet op de juiste wijze buigen in Ruku’
Ibn Umar (RA) rapporteerde: “de boodschapper van Allah ﷺ placht, wanneer hij opstond voor het gebed, zijn handen ter hoogte van de schouders op te heffen en reciteerde dan takbir (Allah-o-Akbar), en wanneer hij op het punt stond om te buigen deed hij het opnieuw en wanneer hij zich ophief uit de ruku’ (buigende houding) deed hij het opnieuw, maar hij deed het niet op het moment dat hij zijn hoofd ophief uit de prostratie.” [10]
-
Het bidden in een kledingstuk dat de schouders niet bedekt
Alle kleding die de schouders niet bedekt (armloos) dient niet gedragen te worden bij het verrichten van salaah. Dit is zeer ongepast en kan tot andere fouten leiden.
Overgeleverd van Abu Huraira (RA) is dat de profeet ﷺ heeft gezegd: “Niemand van jullie mag het gebed verrichten in een enkel kledingstuk dat de schouder niet bedekt”. [11]
-
Het bidden op een plaats waar beelden zijn
Overgeleverd Anas (RA) Aisha had een dik gordijn (met afbeeldingen erop) en zij schermde de kant naar haar toe: “Verwijder het uit mijn gezichtsveld, want de afbeeldingen ervan komen nog steeds in mijn gedachten bij mijn gebeden”. [12]
-
Oversteken voor een biddende persoon
Wanneer je iemand ziet bidden, steek dan niet voor de persoon over; plaats liever een sutra (een lang voorwerp) voor de persoon voordat je oversteekt. Zo voorkom je fouten.
Abu Juhaim (RA) zei: “De boodschapper van Allah ﷺ zei: ” als degene die voor een persoon passeert die aan het bidden is, wist (last van de zonde) die op hem rust, zou een lange tijd staan beter zijn voor hem die voor hem passeert”. [13]
-
Prostreren (buigen) als een hond
Anas Ibn Malik (RA) rapporteerde: De Profeet van Allah ﷺ zei: “Wees recht in de prostratie en laat niemand van jullie zijn onderarmen op de grond leggen als een hond.” [14]
Conclusie
Met alle bovenstaande veelvoorkomende fouten en hun correcties, heb je misschien gezien welke een keer je vaak maakt. Voel je niet slecht, het enige wat je nodig hebt is istigfar (vergiffenis vragen) van Allah, zeker Allah is veel-vergevend.
Moge Allah onze salaah en goede daden accepteren, zodat wij op de Dag des Oordeels niet tot de verliezers zullen behoren. Aameen.
Bronnen
[1] (Sahih Muslim)
[2] (Sunnah Abu Dawud 913)
[3] (Sahih Bukhari, Deel 1, Boek 12, Nummer 702)
[4] (Ibn Majjah, Boek 9, Nummer 9.23.75)
[5] (Sahih Muslim: Boek 004, Nummer 0994)
[6] (Sahih Muslim: Boek 4, Nummer 0857)
[7] (Sahih Bukhari: Deel 1, Boek 11, Nummer 609)
[8] (Sunnah Abu Dawud: Het Boek Van Saht (Het Gebed) 605)
[9] (Sunnah Abu Dawud 1332)
[10] (Sahih Muslim: Boek 4, Nummer 0759)
[11] (Sahih Bukhari: Deel 1, Boek 8, Nummer 355)
[12] (Sahih Bukhari: Deel 7, Boek 72, Nummer 842)
[13] (Ibn Majjah Boek 9, Nummer 9.10.37)
[14] (Sahih Muslim 493, Sahih Bukhari 788)