De periode van ontwikkeling (1360-1453)
De periode vanaf de dood van Orhan Bey tot de verovering van Istanbul is de periode van de ontwikkeling van het Ottomaanse Rijk. In deze periode werd de structuur van de staat volledig gevormd. Terwijl de expansie in de Balkan werd voortgezet, streed de staat tegen vorstendommen om de Ottomaanse dominantie in Anatolië te voltooien. De belangrijke heersers uit deze periode zijn Murat I (1362-1389), Bayezid I (1389-1402), Mehmet I (1413-1421) en Murat III (1421-1451).
Enkele van de belangrijke incidenten die zich tijdens de opkomstperiode voordeden zijn de volgende:
Slag bij Sırp Sındığı (Servië, 1364)
De snelle opmars van de Ottomanen in de Balkan maakte de Balkanlanden ongerust. Op instigatie van de paus werd een kruisvaardersleger gevormd onder leiding van de Hongaarse, Bulgaarse en Servische koninkrijken. De kruisvaarders passeerden de rivier Maritza (Meriç) en sloegen hun kamp op bij de plaats die Sırp Sındığı heette. Omdat zij op hun aantallen vertrouwden, namen zij niet de nodige voorzorgsmaatregelen. Van deze gelegenheid gebruik makend, versloeg het Osmaanse leger onder leiding van Haji Ilbey het kruisvaardersleger met een nachtelijke overval.
Dit is de eerste slag van de Ottomanen tegen de kruisvaarders. Als gevolg van de overwinning kwam de opkomst van de moslims op de Balkan in een stroomversnelling. De overheersing van Byzantium op de Balkan verzwakte. De hoofdstad werd verplaatst van Bursa naar Edirne.
Eerste slag van Kosovo (1389)
De Balkanlanden kwamen weer bijeen toen ze zagen dat de Ottomanen steden als Sofia, Nis en Manastır veroverden, waardoor hun dominantie op de Balkan werd versterkt. ook de Hongaren, de Polen, de Kroaten en de Walachijzen sloten zich aan bij de Kruisvaardersbond die onder leiding van de Serviërs werd gevormd. Hierop trok Murat I op en ontmoette het kruisvaardersleger in Kosovo.
Hoewel de Ottomanen de oorlog daar wonnen, werd Murat I vermoord door een Servische soldaat genaamd Milos terwijl hij ronddwaalde op het slagveld (na hem besteeg Bayezid I de troon). De overwinning van in Kosovo is de op twee na grootste overwinning van de Ottomanen na de veldslagen van Sırp Sındığı en Çirmen (1371) die zij behaalden om in de Balkan te blijven.
Slag bij Nicopolis (1396)
De Ottomanen breidden hun grenzen in de Balkan uit tot aan de oevers van de Donau, wat de Hongaren beangstigde. Omdat hij de strijd tegen de Ottomanen niet alleen aandurfde, riep de Hongaarse koning Sigismund met steun van de paus de Europese staten op tot de christelijke unie. Daarop werd een sterk leger gevormd met deelname van landen als Hongarije, Venetië, Duitsland, Frankrijk, Engeland, België, Zwitserland, Nederland, Schotland en Walachije.
De kruisvaarders belegerden de vesting van Nicopolis aan de oevers van de Donau. Omdat Bayezid I tegelijkertijd Istanbul belegerde, moest hij het beleg opheffen. De kruisvaarders werden verslagen in de strijd voor de vesting van Nicopolis. Bulgarije kwam onder Ottomaans bestuur. Na de nederlaag van Nicopolis waren de kruisvaarders bijna 50 jaar lang niet in staat een nieuwe kruistochtbond tegen de Ottomanen op te richten.
De Slag bij Ankara en het Interregnum/tussenregering (1402-1413)
Nadat Bayezid I sultan was geworden, nam hij de controle over het grootste deel van het land van de Anatolische vorstendommen om de politieke eenheid in Anatolië te vestigen. De heersers van de vorstendommen die hun land verloren vroegen hulp aan Tamerlane. Tamerlane (Timur Lenk) was een Turkse heerser die een machtige staat had opgericht met Samarkand als centrum. Hij was op dat moment van plan een expeditie naar China te organiseren.
Hij voelde zich ongemakkelijk omdat hij de Ottomanen als bedreigende factor achter zich had. De heersers van de vorstendommen die hun land in Anatolië hadden verloren, provoceerden Tamerlane tegen Bayezid I. Tamerlane vroeg Bayezid I om het land van de vorstendommen terug te geven en zijn gezag te aanvaarden. Toen Bayezid dit verzoek afwees, ontmoetten de twee Moslimleger elkaar ergens bij Ankara. Bayezid I verloor de strijd en werd door Tamerlane gevangen genomen (1402).
Tamerlane gaf de landerijen van de vorstendommen terug en nam Bayezid I als gevangene met zich mee. De staat zonder hoofd liep het gevaar in te storten. De zonen van Bayezid I begonnen met elkaar te vechten om de heerser van de staat te worden. Deze periode duurde 11 jaar (1402 – 1413). Deze periode wordt in de Osmaanse geschiedenis “Fetret Devri (Interregnum)” genoemd. Çelebi Mehmet (Mehmet I) neutraliseerde zijn broers en besteeg de troon.
Hij herstelde de orde in Anatolië. Daarom wordt hij ook beschouwd als de tweede stichter van de staat. Çelebi Mehmet wordt beschouwd als de tweede stichter van de Ottomaanse staat.
Slag bij Varna (1444)
Het kruisvaardersleger onder bevel van Wladyslaw III van Polen (of de koning van Hongarije) kwam bijeen om de Ottomanen uit de Balkan te verwijderen. Het Ottomaanse leger onder sultan Murad II versloeg de Hongaars-Poolse en Walachijse kruisvaarders in de vlakte van Varna. De koning werd gedood op het slagveld. De aanval die de kruisvaarders hadden georganiseerd om het zuidoostelijke deel van Europa en Istanboel van de Osmanen in te nemen, kon zijn doel niet bereiken.
De tweede slag om Kosovo (1448)
Het kruisvaardersleger dat de sporen van hun nederlaag bij Varna wilde uitwissen, werd bij Kosovo nog een keer verslagen door het Ottomaanse leger onder leiding van sultan Murad II. Zo mislukten de plannen van de kruisvaarders om de Osmanen uit de Balkan te verdrijven. De Tweede Slag bij Kosovo zorgde voor de vestiging van de Osmanen op de Balkan.
Lees ook: Hoe zijn de Turken moslim geworden?