Allah heeft alle controle
Het is Allah, de Almachtige, die de mensen schept en onderhoudt en hun de stoffelijke en geestelijke zegeningen schenkt die zij nodig hebben. Zijn Heer heeft het levensonderhoud van de mens en al zijn scheppingen in handen.
Het staat in het vers:
“Hoeveel schepselen dragen hun levensonderhoud niet bij zich? (Zij kunnen niet in zichzelf voorzien.) Het is Allah, Die in hen en in u voorziet. Hij hoort en weet alles.” (al-Ankabût, 60)
Baby’s kunnen bijvoorbeeld niet in hun eigen voedsel voorzien. Allah geeft hun levensonderhoud door hun moeders. Ook zieke en babydieren krijgen hun voedsel geleverd. In het kort;
Het levensonderhoud van alle levende wezens behoort aan Allah.
Ondanks deze waarheden fladdert de mens in deze wereld, waar hij als naakt komt en gehuld in een lijkwade heengaat, in duizend en één behoeften, alsof hij bezorgd is dat hij zonder levensonderhoud zal blijven. De reden voor deze strijd is het gefluister en gefluister van de Nafs. Het staat in de âyat-i-kerîma:
“Zeker, Wij hebben de mens geschapen en Wij weten wat zijn ziel hem influistert. En Wij zijn dichter bij hem dan zijn halsader.” (Kāf, 16)
In die zin is iemand die het probleem van de Nafs niet kan overwinnen, vol van voodoo, waanideeën en zorgen. Shaykh Sâdî drukt deze waarheid als volgt uit:
Yek katre-i hûnest, sad hezârân endîşe! “Een druppel bloed, duizend en één zorgen!”
De achteloze mens die in deze twijfels verstrikt is geraakt, offert zijn sterfelijk leven, dat hem gegeven is om het eeuwige leven te verwerven, op om sterfelijke dingen te verkrijgen. Door materialisme compromitteren veel naïeve en achteloze mensen hun spiritualiteit. Dit is een zeer triest bedrog. Het is zelfs dwaasheid. Omdat de zee geven om de druppel te krijgen alleen beschreven kan worden met onvolwassenheid.
Wereldse leven
Het wereldleven is een beproeving voor de mens. De mens, die gesteld is op zijn belangen, geneigd is de verlangens van zijn ego te vervullen, haastig en zwak van aard is, ruïneert het hiernamaals door zich over te geven aan de vluchtige maar bedrieglijke genoegens en geneugten van het wereldse leven.
Om de mensheid te waarschuwen voor deze grote fout heeft Allah, de Almachtige, boeken en boodschappers gezonden. Een derde van de Qur’ân al-kerîm, het laatste goddelijke woord, beschrijft het Hiernamaals. Het nodigt de mensheid uit de voorkeur te geven aan het hiernamaals, beschermd te worden tegen de hel en de noodzakelijke voorbereidingen te treffen voor het paradijs.
Profeten en vrienden van de Waarheid zijn met hun staat en hun leven levende getuigen geweest van de superioriteit van het hiernamaals. Zelfs Hazrat Suleiman, die een heerschappij bereikte die niemand kon bereiken, richtte zijn hart niet op de wereld. Hij vergat nooit zijn behoefte aan Allah Almachtig en beschouwde zichzelf als arm. Toen hij ’s morgens opstond, ging hij naar arme en vreemde mensen en zat bij hen met grote nederigheid;
Hij zou zeggen, “Arm past bij de armen.”
In veel van zijn gesprekken zou Zijne Heiligheid Sâmi Efendi vaak de volgende waarheid vermelden:
Profeet Sulaiman -aleyhissalâm-, die door Allah Almachtig was gezegend met grote mogelijkheden om te redden, trok door een plaats met zijn prachtige leger bestaande uit djinn, mensen en vogels. Er was daar een mierenvallei. Toen de mierenleider Hadrat Salomo en z’n leger zag;
“O mieren! Ga in jullie nesten zitten. Laat Sulaiman en zijn leger jullie niet verpletteren zonder het te beseffen! De heerschappij van Sulaiman is een zeer grote heerschappij; jullie zullen vertrapt worden! Ga terug naar jullie nesten!” (Zie an-Naml, 17-18)
Bij de gratie van Allah Almachtig, Sulaiman -aleyhisselâm-, die ook de taal van de dieren kende, hoorde deze woorden en gaf het volgende antwoord, waaruit bleek dat hij de sterfelijkheid diep begreep:
“-Nee, mijn heerschappij is tijdelijk! Het geluk en de heerschappij die een woord van tawheed zal brengen is eeuwig!…”
Lees ook: Profeet Sulaiman (as)