Hou van de Arabieren..
In het hadith boek van Imam Munâvî, Feyzu’l-Kadîr, is een hadith op de volgende manier overgeleverd van Ibn Abbas:
“Hou van de Arabieren vanwege drie factoren: Ik ben Arabier, de Koran werd in het Arabisch geopenbaard en de taal van de bewoners van het paradijs is Arabisch.”
Arabisch is de mooiste van de wereldtalen in termen van welsprekendheid, literatuur, eloquentie en rijkdom. Tegelijkertijd neemt het een aparte plaats in tussen andere talen wat betreft klank, harmonie en zinsbouw. Allah Almachtig heeft Zijn Woord, de Heilige Koran, in de Arabische taal geopenbaard. De Profeet (VZMH) sprak deze taal al; de taal van zijn eigen volk en stam…
Meerdere overleveringen
Sommige verzen bevestigen en ondersteunen deze hadith ook.
“Gabriël bracht het aan uw hart in een duidelijke Arabische taal, opdat gij zou behoren tot de profeten die de mensen waarschuwen voor de bestraffing van Allah.” (2)
“Wij hebben nooit een profeet gezonden dan in de taal van zijn eigen volk, opdat hij hun duidelijk maakt waarmee hij belast is.”(3)
In de âyat-i-kerîma van de Qur’ân staat dat onze Profeet communiceerde met de Arabieren, zijn eigen volk, in hun eigen taal.
Ja, wanneer de taal van de Koran, de taal gesproken door de laatste Profeet, Profeet Muhammad Mustafa (VZMH), Arabisch is, dan wordt het een onbetwistbaar feit dat de taal van de hemel ook Arabisch zal zijn. Profeet Adam sprak Arabisch toen hij in het paradijs was, voordat hij naar de aarde werd neergehaald. Behalve door onze profeet werd deze taal ook gesproken door enkele andere profeten. Bijvoorbeeld, Profeet Noach, Profeet Hud, Profeet Ismaël, Profeet Salih, Profeet Shu’ayb spraken Arabisch.
Bovendien citeert Imam Kastalani een overlevering van Hazrat ‘A’isha die zegt: “De mensen van het Paradijs zullen de taal van Mohammed (vrede zij met hem) spreken.”(4)
Hoewel de taal van het paradijs Arabisch is, staat vast in de verklaring van de hadith die we hierboven hebben gegeven en in de vertelling van Hz. Âisha. In de Mektubat staat:
“In een verhaal wordt de Perzische taal, die beschouwd wordt als een van de talen van de mensen van het Paradijs…”(5)
Als deze verklaring en de bovenstaande verklaringen tezamen worden beschouwd, zou het niet verkeerd zijn tot de volgende conclusie te komen: De taal van de hemel is Arabisch, maar er kan ook Perzisch gesproken worden. Met andere woorden, Allah Almachtige kan beide talen scheppen als de taal van de hemel.
De uitdrukking “Heb de Arabieren lief” in de hadith moet niet als absoluut worden opgevat. Omdat er onder de Arabieren tegenwoordig ook niet-moslims zijn, en ook irreligieuze mensen. Alleen omdat zij tot het Arabische ras behoren en Arabisch spreken is niet genoeg om van hen te houden. Wat bedoeld wordt met de verklaring in de hadith zijn de Arabieren die moslims zijn, die hun godsdienst beleven en de Boodschapper van Allah volgen.
Zij zijn al onze religieuze broeders. Zoals wij hen liefhebben als onze religieuze broeders, zijn zij ook een graad meer liefde waard dan andere volkeren, omdat zij de taal van de Koran, de boodschapper van Allah en de hemel spreken, de islam als eerste in de rij verspreiden en de islam dienen.
Voetnoten
1. Feyzü’l-Kadîr, 1:178 Hadith nr: 225.
2. Soera al-Shuarā, 195.
3. Surah Ibrahim, 4.
4. Mawâhib-i Ledünniye , 1:276.
5. Mektûbat, p. 406.