Achtergrond
Profeet Shuaib, in de bijbelse literatuur bekend als Jethro, is een van de slechts vier Arabische profeten die in de Koran bij naam worden genoemd. Veel geleerden geloven dat Shuaib de oudere man was die Mozes veiligheid, zekerheid en de hand van een van zijn dochters aanbood, toen hij Egypte ontvluchtte. Er zijn geen authentieke bronnen die dit bevestigen of ontkennen, maar de Koran vertelt ons dat Profeet Shuaib afkomstig was uit het volk van Midian, en het was daar dat Mozes een toevluchtsoord vond.
Als wij de verhalen van de profeten Mozes en Shuaib door elkaar halen, zien wij dat Shuaib een van de weinige echt goede en oprechte mannen van Midian was. Het volk als geheel bestond uit bandieten en rovers, die elkaar bedrogen en degenen die de pech hadden om door hun dorpen en nomadenkampen te trekken. Voor het grootste deel leidden zij een gelukkig en welvarend leven dankzij de giften van God. Maar in plaats van dankbaar te zijn wilden zij meer vergaren en om dat te bereiken logen en bedrogen zij. Zij verwijderden zich ver van de godsdienst van God, velen waren atheïsten, terwijl anderen bos- of natuurgoden vereerden.
Het volk van Midian
Zoals bij alle profeten van God was het de opdracht van profeet Shuaib zijn volk op te roepen om God alleen te aanbidden en zijn geboden te volgen. Hij trachtte dit te doen door hen te herinneren aan de genaden en gunsten die God hun had geschonken, maar zij waren achteloos. Zij, die het geloof nog niet geheel hadden verlaten, aanbaden den godsdienst van hunne voorvaderen, en zeiden tot Shuaib: Wilt gij ons den godsdienst van onze voorvaderen doen verlaten? Kunnen wij niet doen wat wij willen met ons eigen bezit?”, snauwden zij.
“En tot het volk van Midian zonden Wij hun broeder Shuaib. Hij zei: ‘O mijn volk! Aanbidt God! Jullie hebben geen andere God dan Hem’ …” (Koran 7:85)
De islamitische geschiedschrijver Ibn Kathir vertelt ons dat het volk van Midian het eerste volk was dat heffingen en tolgelden oplegde aan de mensen die door hun gebied trokken. Zij hielden vast aan een leven van diefstal en onrechtvaardigheid, ook al deed Profeet Shuaib zijn best om hen ervan te overtuigen dat de straf van God hen zou treffen als zij niet ophielden. Zij hadden nooit de juiste maat en het juiste gewicht in hun zaken en Shuaib smeekte hen door uit te leggen dat God hen arm en berooid zou zien door de giften weg te nemen die zij gewend waren te verwachten.
“Geef dus volle maat en gewicht en doe de mensen in hun zaken geen onrecht aan en richt geen onheil aan op aarde nadat zij in orde is gebracht, dat zal beter voor u zijn, als gij gelovigen zijt. En zit niet op elke weg, bedreigt en hindert van Gods weg hen die in Hem geloven en tracht het krom te maken…'” (Koran 7:85-86)
Standvastigheid
Profeet Shuaib bleef zijn volk aanspreken; hij hield vol dat hij niet probeerde er zelf beter van te worden, maar dat hij wilde wat het beste voor hen was. Net als alle andere profeten die vóór hem waren gekomen, bracht hij precies in praktijk wat hij predikte en vroeg van degenen die hij wilde leiden niet meer dan wat hij van zichzelf vroeg. Zoals het met ongelovigen gaat, deden zij niet wat zij predikten en zij bespotten en kleineerden Profeet Shuaib.
“Hij zei: ‘O mijn volk! Zeg mij, als ik een duidelijk bewijs van mijn Heer heb en Hij mij van Zichzelf een goed levensonderhoud heeft gegeven, zal ik het dan bederven door het met het onwettig verdiende geld te vermengen? Ik wens niet, in tegenstelling tot u, te doen wat ik u verbied. Ik wil slechts hervormen naar het beste van mijn vermogen. En mijn leiding kan niet anders komen dan van God, in Hem vertrouw ik en tot Hem wend ik mij.'” (Koran 11:88)
Profeet Shuaib waarschuwde zijn volk dat eenzelfde lot beschoren zou zijn als het volk van de Profeten Noach, Hud en Salih. Vernietiging was het eindproduct van hun ongehoorzaamheid. “…Het volk van Lot is niet ver van u verwijderd” (Koran 11: 89), vermaande hij. Ibn Kathir zei dat deze zin betekent dat het volk van Midian gemene zonden beging, zoals struikroverij, net als het volk van Lot. Alle andere mogelijke betekenissen voor die zinsnede waren ook van toepassing omdat, zei hij, het volk van Shuaib dicht bij het volk van Lot stond in tijd, plaats en gedrag.
Grote uitdagingen
Het volk van Shuaib werd moe van zijn voortdurende verwijten en zei dat zij hem zouden stenigen, ware het niet voor zijn familie. Dit weerhield Shuaib er niet van zijn boodschap te verkondigen waarin hij opriep tot bekering. De leiders van de ongelovigen verzochten de volgelingen van Shuaib terug te keren tot de godsdienst van hun voorvaderen, maar Shuaib smeekte God om de rechtvaardigen onder hen te beschermen. Shuaib en zijn volgelingen werden uit de stad verdreven. De ongelovigen gingen door met hun onwaardige levensstijl en dachten niet meer aan de waarschuwingen van Shuaib.
God echter was goed op de hoogte van het rechtschapen gedrag van Shuaib en zijn volgelingen en van alle pogingen om de ongelovigen van hun oneerlijkheid en ondankbaarheid af te brengen. Shuaib waarschuwde voor een verschrikkelijke bestraffing en in niet minder dan drie verschillende hoofdstukken vermeldt de Koran deze bestraffing van het onberouwvolle volk.
“…Wij redden Shuaib en hen die met hem geloofden, door barmhartigheid van Ons. En een vreselijke schreeuw greep de onrechtvaardigen, en zij lagen uitgestrekt in hun huizen.” (Koran 11: 94)
“Toen greep de aardbeving hen en zij lagen uitgestrekt in hun huizen.” (Koran 7:91)
“Maar zij verloochenden hem, daarom greep de marteling van de dag van de schaduw (een sombere wolk) hen. Voorwaar, dat was de kwelling van een grote dag.” (Koran 26:189)
Ibn Kathir werkt dit uit en vertelt ons dat zij niet minder dan zeven dagen werden blootgesteld aan ondraaglijk hete verzengende zon. Zij probeerden af te koelen door water te gebruiken, maar het mocht niet baten. Zij ontsnapten naar een woestijn en vonden daar, wat zij dachten, verlichting onder een donkere en sombere wolk, maar de wolk regende vuurdruppels en de aarde beefde onder hun voeten. God zei: Zij, die Shuaib verloochenden, werden, alsof zij daar nooit gewoond hadden. Zij die Shuaib verloochenden, (zij) waren de verliezers.”(Koran 7:92) Profeet Shuaib weigerde te treuren over een volk aan wie hij goede en eerlijke raad gaf.
Lees ook: Islam is de religie van alle profeten