Zijn leven
Alles was rustig in het grote dal, behalve de stem van een tweejarig kind dat weende. Zijn moeder omhelsde hem, nam hem dicht tegen haar borst, en klopte met tederheid en medelijden op zijn schouders. Het jong viel snel in slaap, terwijl zijn moeder naar de verre horizon staarde en met een lage verzwakte stem zei : “Moge Allah uw ziel genadig zijn, vader van Mohammed Shafi (haar man), u nam ons met u mee van Makkah naar Gaza, op zoek naar ons dagelijks brood en een goed leven, toch stierf u en werd u hier begraven. Hier ben ik weer op weg naar Makkah om uw zoon te laten opgroeien bij zijn stam en clan ‘Banu Al-Muttalib’.”
De arme moeder raakte in een bittere vlaag van wenen en huilen, terwijl zij terugdacht aan die paar jaren die zij in Palestina had doorgebracht met haar geliefde echtgenoot, die de beste echtgenoot, broer en vriend voor haar was. De gelukkige en mooie dagen gingen echter zo snel voorbij als wolken, of als een korte maar mooie droom.
In het eerbiedwaardige Makkah woonde de moeder met haar kind in de bescherming van de familie van haar man. Zij voedde haar zoon op door hem een goede opvoeding en instructies te geven, en overlaadde hem met haar liefde en mededogen, zodat de jongeling opgroeide met een evenwichtige mentale gezondheid, een vredelievend karakter en een grote ethiek. De deugdzame moeder nam de verantwoordelijkheid op haar schouders om haar zoon de Koran te onderwijzen, te lezen en te schrijven, opdat hij goed onderlegd zou zijn met zowel godsdienstige als andere fundamentele kennis. Zo stuurde zij haar zoon naar een van de kleine lagere scholen, ondanks haar armoede en haar onvermogen om het loon van de onderwijzer te sparen. Toch ging Mohammed naar zijn eerste schooldag, bijna niet in staat om behoorlijk te lopen, en toen de onderwijzer Mohammed zag, kleineerde hij hem als het ware en zei tegen hem: “O mijn zoon, ga maar naast mij zitten en luister goed naar uw ouderen, zodat u gewend raakt aan lezen en memoriseren.”
Hij was zeer intelligent
De jonge Mohammed Ibn Idrees Shafi, schitterde echter van intelligentie en vernuft. Hij placht ongelooflijk snel uit het hoofd te leren wat hij ook maar hoorde van wat de onderwijzer aan zijn leerlingen dicteerde. Elke dag in de kleine school nam zijn kennis toe, samen met zijn enthousiasme om meer te leren. Zijn onderwijzer hield dan meer van hem en duwde hem actief vooruit. De jongeling ging zich op natuurlijke wijze steeds meer onderscheiden, totdat zijn onderwijzer op een dag tegen hem zei: “Mijn zoon, je bent zeer slim en intelligent in die mate dat ik met jou nauwelijks enige moeite doe die enig loon waard is. Het enige wat ik van je nodig heb is dat je namens mij les geeft als ik niet aanwezig ben.” De jongeling haastte zich blij naar zijn moeder om haar het blijde nieuws te vertellen dat zij niet meer voor de onderwijzer zou behoeven te betalen. De deugdzame moeder was blij om de uitmuntendheid van haar zoon en moedigde hem nog meer aan om te studeren. Dit bracht hem ertoe actief te beginnen aan de voltooiing van het uit het hoofd leren van de Koran, die hij uiteindelijk voltooide toen hij pas zeven jaar oud was.
Zijn studie
In grote blijdschap over de snelle voltooiing van het uit het hoofd leren van de Koran door haar zoon, begon zij te denken hoe zij dit slimme kind het best naar meer uitmuntendheid kon leiden. Zij stuurde hem naar de lessen die rond de Heilige Moskee van Makkah gegeven werden. De jongen begon te luisteren naar vooraanstaande geleerden; en omdat hij geen prijs had voor papier waarop hij kon schrijven wat hij beluisterde, gebruikte hij perkament, palmboombladeren, en schouderbeenderen van kamelen. Tijdens deze vroege periode van zijn zoektocht naar kennis, besefte Imam Shafi , op intelligente wijze het belang van het leren van de klassieke Arabische taal uit zijn zuivere bronnen, om de Koran en de Soennah, (de profeet Mohammed sallallaahu `alayhi wa sallam ( moge Allah zijn vermelding verheerlijken ) uitspraken, daden en goedkeuringen) zo goed mogelijk te kunnen begrijpen. Hij ging naar de stam Huthayl, die tot de welsprekendste Arabische stammen behoorde, en verbleef lange jaren bij hen, waarin hij hun welsprekendheid leerde kennen, hun gedichten uit het hoofd leerde, de biografieën van Arabieren uit zowel de pre-islamitische tijd als de islamitische tijd bestudeerde, en de vaardigheid van het ridderschap en het boogschieten leerde. Hij werd uiteindelijk een dappere ongeëvenaarde ridder en een vaardige boogschutter die zelden zijn doel miste.
Al op zeer jonge leeftijd mocht hij fatwa’s geven
Naarmate de jaren verstreken, keerde Imam Shafi, terug naar zijn geliefde geboortestad Makkah. Niet eerder had hij zijn verlangen naar zijn moeder gestild, dan zette hij zijn zoektocht naar kennis enthousiast voort. Hij begaf zich naar de Grootmoefti (godsdienstjurist) van Makkah, de Heilige Moskee, Moslim Ibn Khalid Az-Zinji, die voor hem de eerste leraar in Fiqh (Islamitische Jurisprudentie) werd. Ook, begon hij Hadith te bestuderen onder toezicht van Sufyan Ibn ‘Uyaynah, de verteller van de Heilige Moskee. In korte tijd steeg Imam Shafi , naar de voorgrond als een uitmuntend islamitisch geleerde. Zijn mentor, Moslim Ibn Khalid gaf hem toestemming om de godsdienstige vragen te beantwoorden toen Imam Shafi nog maar vijftien jaar was. Hij zei hem trots: “O Mohammed! Geef fatwa en beantwoord de vragen van de mensen. Bij Allah! Nu is het opportuun voor u om fatwa te geven.” Zijn andere mentor, Sufyan Ibn ‘Uyaynah, placht vragenstellers naar hem te verwijzen, terwijl hij zich naar hem toedraaide en wees: “Vraag het deze jongen.”
Toen hij nog in Makkah studeerde, hoorde Imam Shafi , van de vermaarde geleerde van Madinah, Imam Malik Ibn Anas moge Allah tevreden met hem zijn. Hij wilde een leerling worden van Imam Malik , maar toch zag hij met zijn scherpe verstand dat hij niet onvoorbereid en ledig naar hem toe moest gaan. Hij leerde het beroemde boek “Al Muwatta” van Malik in slechts negen dagen uit het hoofd. Daarna ging hij op weg om Imam Malik te ontmoeten in zijn huis in Madinah. Imam Shafi sprak welsprekend en beleefd met de Imam en vertelde hem dat hij zijn leerling wenste te worden. De Imam keek de jongen lange tijd aan, terwijl de jongen zijn verhaal vertelde over hoe hij tot nu toe kennis zocht. De Imam had een verbazingwekkende fysionomie en een doordringend inzicht; hij zei tegen hem: “Mijn zoon! Door de wil van Allah zul je een grote toekomst hebben. Kom morgen naar mij toe en neem iemand mee die de Muwatta’ goed kan lezen, want ik vrees dat je het zelf niet zou kunnen lezen.” Imam Shafi antwoordde met dezelfde beleefdheid “Imam, ik zal het zelf uit mijn hoofd lezen zonder een boek.”
Student van imam Malik
Imam Shafi bleef lange tijd in het gezelschap van Imam Malik. De Imam hield veel van hem, en in 179 N.H. (na Hijra 622) nadat Imam Malik was overleden, keerde Imam Shafi vanuit Madinah terug naar Makkah, uitgerust met een grote lading kennis die zijn leven had beïnvloed. In Makkah werd hij uitgehuwelijkt aan Hamidah Bint Nafi’, een kleindochter van kalief ‘Uthman Ibn ‘Afan moge Allah tevreden met hem zijn en hij kreeg twee zonen en een dochter van haar.
Op de binnenplaats van de bron van Zamzam en naast de Maqam van Profeet Ibrahim (de steen waarop hij opstapte om de stenen in de Ka’bah te leggen), ging Imam Shafi zitten om de mensen te onderwijzen en om hem heen verzamelden zich vele leerlingen van overal. Zijn kring werd zeer vooraanstaand in de Heilige Moskee van Makkah en werd zelfs buiten Makkah bekend, totdat hij Irak bereikte. Abdur-Rahman Ibn Mahdi, een van de geleerden van Irak stuurde hem een brief met het verzoek dat hij een boek zou schrijven over de bewijzen van de wetgeving uit Koran, Soennah en de consensus van de godsdienstgeleerden, en over andere zaken waarop de wetenschap van de Fiqh (Islamitische Jurisprudentie) is gebouwd. Imam Shafi schreef het boek en noemde het Ar-Risalah (De Verhandeling), dat het eerste boek werd dat ten grondslag lag aan wat men is gaan noemen: ‘Ilm Usul Al Fiqh (De wetenschap van de bronnen van de Islamitische Jurisprudentie), waarvan Imam Shafi de organisator, de classificeerder en de bedenker van de onderwerpen ervan was.
Bagdad
In 195 N.H. reisde Imam Shafi voor de tweede maal naar Bagdad en bleef daar twee jaar onderwijzen. Velen studeerden onder zijn toezicht, waaronder Imam Ahmad Ibn Hanbal , die later zei: “Als Imam Shafi er niet geweest was, zouden wij het begrip van de Hadeeth niet gekend hebben.” Voordat hij Irak verliet had hij het schrijven van zijn grote boek Al Hujjah (het Bewijs) voltooid, waarin hij de essentie van zijn nieuwe school van jurisprudentie neerlegde.
Periode in Egypte
In 199 N.H. ging de Imam naar Egypte, waar hij staarde om zijn kennis te verspreiden onder de Egyptenaren, die hem zeer liefhadden. Meer leerlingen kwamen uit de hele wereld naar hem toe. Tegen het einde van zijn leven werd de Imam erg ziek. Deze ziekte hield vier jaar lang bij hem aan, maar toch weerhield ze hem er niet van te onderwijzen of lezingen te geven. Wanneer hij na het lesgeven in zijn huis terugkwam, dwong hij zichzelf de pijnen van de ziekte te negeren en zich te verdiepen in het schrijven, en het bewerken en nalezen van het boek Hujjah, dat hij in Irak geschreven had. Na het voltooien van het proeflezen en het bewerken hernoemde hij de naam van het boek tot Al-Umm (De Moeder).
De Imam bleef zijn dagelijkse routine volgen totdat ziekte hem dwong zich terug te trekken en te stoppen met lesgeven. Zijn leerlingen plachten hem te bezoeken om hem in zijn ziekte te troosten. Op een dag kwam een van zijn leerlingen zijn kamer binnen en vroeg hem: “Hoe voelt u zich deze morgen O Imam?” Shafi antwoordde: “Ik voel dat ik wegga van deze wereld, weg van de broeders, drinkend uit de beker des doods, en nader tot Allah, de Glorierijke. Bij Allah, ik weet niet of mijn ziel naar de hemel zal gaan, zodat ik haar kan feliciteren, of naar de hel, zodat ik kan weeklagen.” Daarop begon hij te huilen. Op een vrijdag, de laatste dag van Rajab in het jaar 204 N.H., ging zijn reine ziel op naar haar Voorziener en Verzorger.
Hij werd begraven op de begraafplaats van Qurashiyyeen te midden van de begraafplaatsen van Banu Al-Hakam in Egypte.
Moge Allah de ziel van de Imam zegenen en hem in Zijn wijde paradijzen toelaten.
Lees ook: Wat zijn wetscholen (Madhabs)?
Madhab