Achtergrond
De profeet Ilyas [vrede zij met hem] leefde in de regio van huidig Syrie, in een plaats genaamd Ba’labak. Ook hij werd in een maatschappij geboren waarin afgoderij wijdverspreid was. Ilyas stamt af van Aäron, de broer van Mozes. Hij is dus ook een afstammeling van Abraham [vrede zij met hem]. Hij heeft zijn volk uitgenodigd tot de Islam. Allah zegt over hem: Ook Ilyas behoorde tot de gezondenen. Toen hij tot zijn volk zei: “Zullen jullie niet godvrezend worden? Roepen jullie Ba’l aan en verlaten jullie de beste van de scheppers, God, jullie Heer en de Heer van jullie vaderen die er eertijds waren?” Maar zij betichtten hem van leugens en dus worden zij zeker voorgeleid. Maar [dat geldt] niet voor de toegewijde dienaren van God. En Wij lieten voor hem een goede naam bij het nageslacht na. Vrede zij met Ilyas! Zo belonen Wij hen die goed doen. Hij behoort tot Onze gelovige dienaren.”1
Uitdagingen
In het vers staat Ba’l. Dat was het beeld dat door de afgodendienaren werd aanbeden. Volgens andere geleerden is Ba’l de naam van een vrouw die destijds als god werd gezien. In de oorlog tegen Jalot, koos hij Talot als commandant. Mensen waren het hier initieel niet mee eens, omdat Talot een looier was (een persoon die van de huid van dieren leer maakt). Toen zei onderweg waren, gaf Talot aan dat mensen niet van een bepaalde rivier mochten drinken. Dit was namelijk een test van Allah. Slechts vierduizend mensen van de tachtig duizend gehoorzaamden hem, en dronken geen water. De rest gaf aan dat ze geen kracht hadden om te vechten tegen Jalot.
In de Koran
Allah zegt hierover: ”Toen zei hun profeet tot hen: “Allah heeft Talot als koning tot jullie gezonden.” Maar zij zeiden: “Hoe zou hij het koningschap over ons kunnen uitoefenen, terwijl wij meer recht op het koningschap hebben dan hij en hem ook geen overvloed van bezit gegeven is?”
Hij zei: “Allah heeft hem boven jullie uitverkoren en Hij heeft hem zijn kennis en zijn lichaam in ruime mate vergroot. En Allah geeft Zijn koningschap aan wie Hij wil. Allah is alomvattend en wetend.” Hun profeet zei tot hen: “Het teken van zijn koningschap is dat de houten doos [Tabut] tot jullie komt waarin een goddelijke rust van jullie Heer is en een overblijfsel van wat de mensen van Musa en de mensen van Harun hebben nagelaten, en die de engelen dragen. Daarin is een teken voor jullie, als jullie gelovig zijn.”
Toen dan Talot met zijn troepen uittrok, zei hij: “Allah zal jullie op de proef stellen met een rivier. Wie eruit drinkt, hoort niet bij mij en wie het niet proeft, die hoort bij mij, behalve als iemand een handvol opschept.” Toen dronken zij eruit op enkelen na. Toen hij daarop met hen die samen met hem gelovig waren de rivier overstak zeiden zij: “Vandaag hebben wij tegen Jalot en zijn troepen geen kracht.”
Zij die meenden dat zij Allah zouden ontmoeten zeiden: “Vaak heeft een kleine troepenmacht met Gods toestemming een grote troepenmacht overwonnen! Allah is met hen die geduldig volharden.” En toen zij optrokken tegen Jalot en zijn troepen zeiden zij: “Onze Heer, verleen ons volharding, maak onze voeten stevig en help ons tegen de ongelovige mensen.” Toen versloegen zij hen met Gods toestemming en David doodde Jalot en Allah gaf hem het koningschap en de wijsheid en Hij onderwees hem [veel] van wat Hij wilde.”2
In dit vers komt ook David [vrede zij met hem] naar voren. Hij was namelijk degene in het leger die de leider van de vijand, Jalot, vermoordde met een katapult.
DE SPIJT VAN KINDEREN VAN ISRAËL
Niet alleen ontzegden de kinderen van Israël de uitspraken van profeet Ilyas, zij stuurde hem ook uit Baalbek. Daarop verwijderde Allah, de Almachtige, overvloed van hen. Zij hadden geen regen. Dieren begonnen te sterven. Zij moesten de dieren die stierven opeten. Zij werden getroffen door verschillende tegenslagen. Zij realiseerden zich dat de reden waarom deze tegenslagen hen troffen, het deporteren van Ilyas (as) uit Baalbek en het niet gehoorzamen van hem. Zij zochten naar profeet Ilyas en vonden hem. Zij verontschuldigden zich bij hem en beloofden dat zij hem zouden gehoorzamen. Na Ilyas (as) voor een tijdje, begonnen kinderen van Israël hem weer te verloochenen en zonden te begaan door ondankbaarheid te tonen. Zij hielden op hem te gehoorzamen. Toen Ilyas (as) geloofde dat zij niet het rechte pad zouden volgen, vroeg hij Allah Almachtig om hem van hen te scheiden. Allah Almachtig aanvaardde zijn gebed en stond hem toe hen te verlaten en ergens anders heen te gaan.3 Moge Allah tevreden over hem zijn!
1 Surah as-Saffat, verzen 123-132
2 Surat al-Baqara, verzen 247-251
3 A.C. Paşa, Kısas-ı Enbiya, I/35-36, Ö. N. Bilmen, ibid, VI/3001-3002
Lees ook: De wonderen van profeet Mohammed (VZMH)