Inhoud van dit artikel:
De ontstaansgeschiedenis
Circa 2000 v. Chr. ontstaan in het huidige Irak, in het gebied Mesopotamie in het tijdperk van de Farao’s. In die tijd waren de mensen polytheïstisch. Dit veranderde toen Abraham de openbaring kreeg van de Ene God, dat hij met zijn vrouw, Lot en zijn slaven naar Kanaan moest vertrekken om er zijn eigen volk te stichten. Abraham wordt door de joden gezien als de aartsvader van het Jodendom, de eerste jood en de stichter van het Jodendom. Hij wordt echter niet als Profeet gezien.
Abraham kreeg een van de drie grote Verbonden, de eerste kreeg Noach en de derde Mozes( deze leefde 1200 v.Chr. in Egypte en vertrok later naar Kanaän) Na Mozes komt David(Dawoed) met de Psalmen(Zaboer) Na David komt Solomon(Suleyman) ongeveer 900 v. Chr.
Solomon bouwde een groot tempel in Jeruzalem. Na Solomon begon het koninkrijk van het Jodendom echter in te storten en in 586 V. Chr. kwamen de Babyloniërs met koning Nebukadnezar, met een leger naar Jeruzalem om te veroveren. Dit was de eerste grote gebeurtenis in de geschiedenis van het Jodendom. Tot die tijd leefden zij rustig en welvarend in hun koninkrijk. Hier kwam een eind aan met de verovering van de Babyloniërs. Gevolg: sommige Joden werden gedood, andere werden gestuurd naar Babylonië (gebied Irak/Iran) als slaven. Dit wordt de eerste diaspora genoemd: de mensen die van hun eigen land emigreren naar een ander land en daar in de minderheid leven. Dit was dus de eerst hidjra. Zij bleven daar circa 70/80 jaar. Sommige Joden gingen in deze tijd naar het Arabische schiereiland(Medina) Er waren ongeveer 3000 Joden in Medina in de tijd dat profeet Mohammed naar Medina emigreerde.
Belangrijke gebeurtenissen
- In 586 kwamen de Babyloniërs met koning Nebukadnezar met een leger naar Jeruzalem om te veroveren.
- Sommige Joden werden gedood, andere werden naar Babylonië gestuurd als slaven.
- Andere Joden emigreerden naar het Arabische schiereiland (Medina). Er waren ongeveer 3000 Joden in Medina in de tijd dat de profeet Mohammed naar Medina emigreerde.
- Koning Nebukadnezar verbrandde bijna alle joodse heilige boeken. Dit betekende dat er eigenlijk weinig exemplaren waren van de heilige boeken, die met de hand geschreven waren. Mensen die de Thora uit het hoofd hadden geleerd waren er niet.
- Koning Nebukadnezar vernietigde de tempel van Jeruzalem. Alleen de muur staat er nog tot de dag van vandaag.
De belangrijkste bronnen
In het Jodendom maken de (meeste) Joden onderscheid tussen de mondelinge –en de schriftelijke geschriften. Het belangrijkste boek is de Tenach. Deze bestaat uit drie boeken, namelijk de Thora, Nebi’ien en de Kebubien.
De Thora is onderverdeeld in vijf boeken:
- Genesis,
- Exodus, hierin staan o.a. de tien geboden
- Leviticus,
- Numeri,
- Deuteronomium
- Nebi’ien: geschriften die vertellen over de profeten
- Ketoebin: de geschriften zoals de Psalmen, Spreuken, Job, de vijf rollen (Hooglied, Ruth, Klaagliederen, Prediker, Esther) .
Bovendien hebben de Joden ook de mondelinge openbaringen, zoals de Mishna, Talmoed, Tosefta, Gemara en Targum. [1]
[1] Mishna: de mondelinge Thora, samen met allerlei commentaren daarop
Tosefta: een aanvulling op de Mishna
Gemara: omvat de commentaren van belangrijke rabbijnen, wetgeleerden en filosofen op de Mishna.
Talmoed: na de Tenach, het belangrijkste boek binnen het Jodendom. Talmoed bestaat uit Mishna en Gemara en bevat commentaren van belangrijke rabbijnen op de Tenach, meestal in de vorm van discussies tussen voor- en tegenstanders van een bepaald standpunt.
Targum is de soort tafseerboek van de Thauwrah in het Jodendom
Belangrijkste personen in het Jodendom
- Abraham (Ibrahiem): de aartsvader van de Joden, de stichter van het Jodendom die het tweede Verbond heeft ontvangen van God. De Joden beschouwen hem echter niet als profeet.
- Sarah: de vrouw van Abraham, die Isaac baarde
- Isaac (Ishaaq): de zoon van Sarah en Abraham
- Jakob (Ya’coub): zoon van Isaac, die de bijnaam Isra’iel heeft. Ya’coub krijgt 12 zonen, die later 12 stammen vormen.
- Jozef (Youssef): één van de 12 zonen van Ya’coub. Hij werd gevangen genomen door de Egyptenaren, maar later werd hij door de koning benoemd tot onderkoning.
- Saul (Shamwiel): de eerste koning van het land van de joden
- Mozes (Musa): de profeet die de joden uit Egypte bevrijdde van slavernij en die hen wilde leiden naar het Beloofde Land met hulp van God. Mozes kreeg het derde Verbond.
- Koning David (Dawoed): een wijs man, die een groot leider was. Door zijn leiding veroverde het volk Jeruzalem
- Solomon (Suleyman): de zoon en tevens opvolger van David. Hij liet de eerste tempel bouwen die in 586 door de Babylonische koning Nebukadnezar verwoest werd.
Joodse Rituelen
- Besnijdenis: op de 8ste dag waarop de jongen ook zijn joodse naam krijgt
- Bar mitswa (zoon van de wet): op 13de wordt de Joodse jongen verantwoordelijk volgens de joodse wet. Hij krijgt dan het recht om aan alle gebieden van het joodse gemeenschapsleven deel te nemen en hij is verantwoordelijk voor het volgen van de wetten, tradities en ethiek. De jongen leest meestal een stukje uit de Thora en leidt een deel van de gebedsdienst.
- Huwelijk: bruidspaar staat onder een zogenaamd choepa [1], bruidegom schuift ring aan vinger bruid, rabbijn spreekt zeven zegenspreuken uit en tot slot trapt bruidegom een wijnglas kapot. [2]
- Kasjroet: Deze geven aan wat wel en niet gegeten mag worden. [3]
- Sjabbat: is de wekelijkse rustdag in het Jodendom. Sjabbat vindt plaats op zaterdag, de zevende dag van de joodse week en dient volgens de voorschriften in de Tenach in de eerste plaats te worden gevierd door een onthouding van alle arbeid. Volgens het eerste boek van de Tenach – Genesis – rustte God op deze dag uit van Zijn schepping die Hij in de zes dagen daarvoor tot stand had gebracht.
[1] Een versiert dak, dat het nieuwe huis van het echtpaar moet voorstellen
[2] Het idee hierachter, is dat de herinnering aan de verwoesting van de tempel in Jeruzalem levend blijft.
[3] Koosjer zijn de landdieren met gespleten hoeven. Vissen moeten schubben en vinnen hebben. Dieren en vogels moeten door een volwassen joodse man ritueel geslacht worden en al het bloed dient uit het vlees te zijn. Ook mag bij maaltijden geen zuivel en vlees tegelijkertijd worden genuttigd.
Stromingen binnen het Jodendom
Klassieke richtingen: dit zijn stromingen die niet meer bestaan, enkel in gedachtegoed.
- Sadoesiers
- Asaniers
- Fariesiers
- Kara’iem: na het christendom ontstaan, maar ook in de tijd van de Islam, was deze stroming nog aanwezig tot de dag van vandaag. Maymonides (Musa bin Maymoem) was een grote filosoof die leefde in de tijd van de kara’iem. Deze tak bestaat niet meer, maar leeft wel door in de gedachtegoed van de moderne richtingen.
Moderne richtingen:
- Orthodox Jodendom: meeste aanhangers op dit moment, de ahl al-sunnah van het Jodendom. Naleven van de joodse wetten, de halacha, moeten strikt nageleefd worden. De Thora wordt als absolute waarheid beschouwd. Het orthodox Jodendom onderscheid zich van andere geloven en andere stromingen, in het feit dat het een grote geschreven traditie heeft. Er zijn veel boeken die het geloof bepalen. Onder deze stroming, zijn er veel richtingen:
- Charedisch (ultraorthodox) Jodendom: De aanhangers van deze richtingen zijn voorstanders van de meest traditionele navolging van de joodse wetten. Religieuze aanhangers van het charedisch jodendom zijn vaak visueel herkenbaar. Mannen dragen soms een speciale lange jas of bijzondere hoed en vaak een zwarte Keppel en soms lange loshangende pijpenkrullen. Zij laten veelal hun baard staan. Religieuze vrouwen in deze richting dragen altijd een rok of jurk. Nadat ze getrouwd zijn, dragen ze een hoofdbedekking, zoals een hoofddoek of pruik.
- Modern- orthodox Jodendom: Deze staat een aanpassing van het orthodoxe Jodendomaan de moderne maatschappij voor. Hierbij wil men geen veranderingen brengen in de orthodoxe wetgeving, de halacha, maar deze wel aanpassen aan de moderne norm. Mannen kleden zich meestal onopvallend en scheren zich. Keppeltje mag ook gekleurd zijn.
- Liberaal Jodendom: ontstond in de 19e eeuw en had als doel om het historische Jodendom met het moderne leven in overeenstemming te brengen, zodat strikte naleving van traditioneel godsdienstige wetten en rituelen niet langer een vereiste was. Volgens deze meest liberale tak van de religie moeten de joodse wetten, de Thora, worden aangepast aan moderne omstandigheden.
- Reform Jodendom: hoofdtak van liberaal Jodendom. Ontstond rond 1800-1850 in Duitsland, als meest liberale stroming. Het reform-Jodendom ziet de traditionele joodse wet, de halacha, als totaal niet bindend en ziet de Thora als een door mensen geschreven boek van verhalen die niet letterlijk genomen dienen te worden.
- Kabbala: mystieke stroming binnen het Jodendom, dat beweert inzicht te hebben in de goddelijke natuur. Een soort soefibeweging.
Lees ook: Verschillen islam vs christendom