Hoewel er geen verschil is tussen de goddelijke boeken voor wat betreft het feit dat zij het woord van Allah zijn, worden zij in tweeën gesplitst als Suhuf (geschriften of boekrollen) en boeken, afhankelijk van hun omvang en de grootte van het publiek tot wie zij zich richten.
Wat zijn suhuf?
Suhuf of soehoef, dat het meervoud is van het woord Sahifa, zijn geschriften en verhandelingen die uit enkele bladzijden bestaan en die naar kleine gemeenschappen in een beperkte omgeving werden gezonden om in hun behoeften te voorzien.
Naar welke profeten werden de Suhuf gezonden?
Er is niet veel informatie over de Suhuf in de Koran of in de authentieke hadiths terug te vinden. Er zijn twee verzen in de Heilige Koran die melding maken van de geschriften die aan de Profeet Abraham عليه السلام en Mozes عليه السلام zijn neergezonden (al-Najm 53:36-37; al-A’lâ 87:14- 19).
Volgens een hadith, overgeleverd van Abu Zer رضي الله عنه , is het aantal suhuf 100 en werden ze geopenbaard aan de volgende profeten: 10 bladzijden voor Adam, 50 bladzijden voor Seth (Shieth), 30 bladzijden voor Idries, 10 bladzijden voor Abraham عليهم السلام … (zie al-Suyûtî, al-Dürr al- mensûr, VIII, 489; Âlûsî, Rûhu al-maânî, XV, 141-142) Vandaag de dag is er niets van deze geschriften beschikbaar.
Goddelijke boeken en profeten
De goddelijke boeken, die omvangrijker zijn en de vorm van boeken hebben en universele boodschappen bevatten, zijn er vier: de Thora, de Zabur (Psalmen), de Indjiel (het Evangelie) en de Koran.
-
Thora
Wat is de Thora en aan welke Profeet werd hij geopenbaard?
Thora is een Hebreeuws woord dat “wet, shari’a en leer” betekent. Het werd geopenbaard aan de Profeet Mozes عليه السلام. De Thora wordt ook Ahd-i Atîk en Ahd-i Kadîm (het Oude Testament) omdat het uit de eerste vijf boeken van het Oude Testament van de Bijbel bestaat. Het is voor iedere moslim verplicht te geloven dat de Thora het oorspronkelijke woord van Allah is en een heilig boek dat door Hem aan Zijn profeet is geopenbaard. Dit ontkennen is een daad van kufr (ongeloof). Dit komt omdat in de Koran wordt verklaard dat de Thora een van de heilige boeken van Allah is: “Wij hebben de Thora neergezonden met leiding en licht erin…” (al-Ma’idah 5:44).
De Thora werd door de profeet Mozes (عليه السلام) aan de kinderen van Israël gezonden. Maar gedurende de perioden van ballingschap en gevangenschap die zij in de geschiedenis doormaakten, konden zij de Thora, zoals die van Allah kwam, niet bewaren. Toen het originele exemplaar van de Thora verloren ging, hebben joodse geleerden de Thora herschreven naar eigen goeddunken. Hierdoor zijn er ook leugenachtige beweringen over het gedrag van sommige profeten in gekomen. Deze ‘kopieën’ van de Thora zijn bewaard gebleven. Het moge duidelijk zijn, dat de Thora waar wij vandaag de dag over beschikken, is bewerkt en geen goddelijk boek genoemd kan worden.
-
Zabur (Psalmen)
Wat zijn de Psalmen en aan welke Profeet werden zij geopenbaard?
Zabur, wat letterlijk “geschreven ding en boek” betekent, is de naam van het goddelijke boek dat aan Profeet David (عليه السلام) werd geopenbaard. Het staat als volgt in de Koran: “…Voorwaar, Wij hebben sommige profeten boven anderen bevoorrecht en aan David hebben Wij de Psalmen gegeven.” (al-Israa 17/55)
De Psalmen zijn de kleinste van de goddelijke boeken. Ermee zijn geen nieuwe godsdienstige oordelen ingevoerd. De kopieën van de Psalmen die vandaag beschikbaar zijn, bestaan uit lyrische zang en hymnen, lofprijzingen aan God en woorden van wijsheid en sommige raadgevingen. Ze zijn opgenomen in het Oude Testament onder de naam van de Psalmen. Ook de huidige Zabur zijn bewerkt en aangepast, net zoals de Thora.
-
Indjiel (het Evangelie)
Wat is het Evangelie en aan welke profeet werd hij geopenbaard?
Het woord “Evangelie” betekent “goed nieuws, onderricht en leraar” en maakt deel uit van het Nieuwe Testament van de Bijbel. Het werd aan de kinderen van Israël geopenbaard door de Profeet Jezus (عليه السلام):
“En Wij zonden Jezus, zoon van Maria, na hen in de voetstappen der profeten, bevestigende de Thora die vóór hem was, en Wij gaven hem het Evangelie, opdat het een richtsnoer en een licht moge zijn, en opdat het de Thora die vóór hem was moge bevestigen, en opdat het een richtsnoer en een vermaning moge zijn voor hen die op hun hoede zijn.” (al-Ma’idah 5/46)
Het is één van de vereisten van het geloof om in de Indjiel te geloven zoals deze door Allah aan Jezus (عليه السلام) werd geopenbaard. Jezus heeft, wat aan hem geopenbaard is, echter niet laten opschrijven. De evangeliën, zoals wij die tegenwoordig kennen, zijn pas in de tweede helft van de eerste eeuw opgeschreven door verschillende onbekende schrijvers die Jezus waarschijnlijk nooit zelf ontmoet hebben. Toch hebben de evangeliën namen gekregen, zoals het Evangelie van Johannes en het Evangelie van Lucas. Aangezien het originele Evangelie niet beschikbaar is, kunnen we het Evangelie ook niet accepteren als goddelijk boek.
Als een moslim wordt ingelicht over iets dat in de vroegere heilige boeken staat, wordt het aanvaard als het in overeenstemming is met de informatie in de Koran en de authentieke hadiths. Als het in strijd is met de verzen en hadiths, wordt het verworpen. Als het in de verzen en hadiths in het geheel niet wordt genoemd en niet in strijd is met de grondbeginselen van de islam, wordt het volgende advies van de Profeet opgevolgd: “Bevestig of ontken de Ahl al-Bayt niet. Zeg: “Wij geloven in Allah, in hetgeen ons is geopenbaard en in hetgeen aan Abraham werd geopenbaard” (Bukhârî, “Tafsîr”, sûra: 2/11; “I’tisâm”, 25).
-
De Koran
Wat is de Heilige Koran en aan welke profeet werd hij geopenbaard?
De Koran, het laatste van de door Allah gezonden goddelijke boeken, werd aan de laatste profeet geopenbaard: de Profeet Mohammed ﷺ. Koran, dat letterlijk “verzamelen, lezen, bijeenbrengen” betekent, wordt als volgt gedefinieerd:
“Het is het goddelijke woord dat aan de Profeet is geopenbaard, geschreven in geschriften, door de Profeet aan ons overgeleverd door middel van tawātur (overdracht), het lezen ervan is een vorm van aanbidding en het is niet na te maken door de mensheid.”
- In deze definitie vallen enkele punten op: “geopenbaard aan de Profeet” verwijst naar de Profeet Mohammed ﷺ.
- “datgene dat door de Profeet aan ons overgeleverd door middel van tawātur (overdracht)” betekent, dat de Profeet de eerste was die het aan de mensheid heeft overgedragen en vervolgens is het overgedragen door een groep mensen aan een groep van mensen, van generatie op generatie, die allen betrouwbaar zijn en die het onmogelijk eens zouden kunnen worden over een leugen; waarmee met zekerheid benadrukt kan worden, dat het aan Allah toebehoort.
- Met “het lezen ervan is een vorm van aanbidding” wordt erop gewezen dat de recitatie zelf aanbidding is, dat de geopenbaarde tekst in het gebed moet worden gereciteerd, en dat het niet geoorloofd en geldig is om vertalingen van de Koran in het gebed te reciteren.
Lees ook: Christendom in een notendop