Kalief Umar (periode. 634-644)
Abu Bakr had de steun van vele invloedrijke mannen; één van deze mannen was Umar ibn Khattab (l. 584-644), een hooggeplaatste metgezel van Mohammed, bekend om zijn vurige temperament en en zijn onwrikbare standpunt over rechtvaardigheid. Abu Bakr had hem verkozen als zijn opvolger, en het was natuurlijk dat Umar na zijn dood de volgende kalief werd, hij voegde de zinsnede “bevelhebber van van de gelovigen” toe aan zijn titel.
Umar zette de veldtochten van Abu Bakr voort, en het jaar 636 bracht twee grote overwinningen voor het Kalifaat. Het Moslimleger, onder leiding van Sa’ad ibn abi Waqas (l. 595-674), versloeg een Sassanische tegenaanval in de slag bij Al Qaddissiya; als direct resultaat bracht deze slag heel Irak onder islamitische controle (terwijl de rest van het Sassanische rijk later werd veroverd). De troepen van Khalid ibn al Walid verpletterden de Byzantijnen in de slag bij Yarmouk – technisch gezien stond het leger onder het bevel van een hooggeplaatste man genaamd Abu Ubaidah (l. 583-639), maar de deskundigheid van Khalid redde de dag; de Levant was nu onder Rashidun controle.
Zijn periode
De stad Jeruzalem werd vreedzaam en zonder bloedvergieten overgegeven aan Umar, persoonlijk (hij moest naar de Levant en Syrië komen om binnenlandse aangelegenheden te regelen), in 638 CE. Umar degradeerde ook degradeerde Khalid uit zijn generaalschap op de dag van zijn grootste prestatie, en deze is zeer omstreden geweest. Sommigen zeggen dat Umar persoonlijke problemen had met Khalid, terwijl anderen beweren dat Khalid te wreed was (omdat er veel onenigheden tegen hem waren en Umar, die onbuigzaam was in zijn parameters van rechtvaardigheid, niet bereid was tot een compromis. Als dit laatste de reden was, zou Umar misschien hebben geaarzeld de generaal te laten executeren (zoals hij onder normale omstandigheden natuurlijk wel zou hebben gedaan), vanwege zijn recente prestaties op het slagveld. Niettemin was het duidelijk dat Umar de voorkeur gaf aan Abu Ubaidah als zijn potentiële maar deze stierf in 639 na Chr. ten gevolge van de pest die Syrië en de Levant verwoestte.
“Echte stichter van het Arabische rijk”
Tijdens zijn tienjarige heerschappij hield Umar zijn rijk stevig in handen. Tot op de dag van vandaag, wordt hij herinnerd als misschien wel de beroemdste van de Rashidun Kaliefen, en historicus J.J. Sauders noemt hem de “echte stichter van het Arabische rijk”. Hij introduceerde de diwan – een primitieve bureaucratie, die verantwoordelijk was voor de betaling van soldij en pensioenen aan de soldaten. Umar behoedde de pas veroverde bevolking ook voor plundering door zijn legers door de strijdkrachten gescheiden te houden van de rest van de bevolking in garnizoenssteden zoals Fustat in Egypte en Kufa en Basra in Irak. Hij voerde vele hervormingen en instellingen in waaraan de Arabieren niet eerder mee in aanraking waren gekomen, zoals de politie, rechtbanken en parlementen, hij introduceerde zelfs de Islamitische kalender, die begon met het jaar van de Hijra (emigratie)- 0 N.H. / Nul “Na de Hijra “, de de migratie van de Profeet van Mekka naar Medina in 622.
Maar van alle kwaliteiten die hij had, wordt geen enkele zo geprezen als zijn vroomheid en zijn liefde voor rechtvaardigheid, die hem de titel van Farooq (degene die onderscheid maakt tussen goed en fout). Een veel voorkomend verhaal dat vaak met hem in verband wordt gebracht, vertelt dat een van zijn zonen beschuldigd zou zijn van overspel; de getuige was een vrouw die beweerde degene te zijn met met wie hij dat had gedaan. Umar beval zijn eigen zoon te geselen, maar de arme jongen kon het niet kon het niet verdragen en stierf. Later werd bewezen dat de beschuldiging onjuist was, Umar was verpletterd van verdriet maar maar hij nam geen wraak voor zijn geliefde zoon.
Na de dood van Abu Ubaidah benoemde hij Muawiya (l. 602-680) tot de nieuwe gouverneur van Syrië in 639, die op zijn beurt zijn clan – Umayya, tot kalifaat zou verheffen in 661 CE. Umar werd vermoord, als een daad van wraak, door een Perzische slaaf genaamd Lu’lu in 634, die vernederd was door de nederlaag van de Perzen.
De belangrijke gebeurtenissen tijdens het kalifaat de tweede Kalifa: Umar ibn Khattab
Het jaar 14 (na Hijra) H.: De verovering van onder andere Damascus en al-Basrah. De veldslag van al-Djisr vond plaats. Het was een belangrijke veldslag waarbij achttienhonderd moslims de dood vonden. Er is ook gezegd dat het er vierduizend waren. De vlucht van Heraclius, de Byzantijnse keizer, uit Antiochië naar Constantinopel. De dood van o.a. Sa’d Ibn Ubaadah, Hind bint ‘Utbah (vrouw van Abou Soefiaan en moeder van Moe’aawiyah) en Abou Qoehaafah de vader van Abou Bakr as-Siddieq.
Het jaar 15 H.: De verovering van Jordanië. De veldslag van Yarmoek tegen de Byzantijnen en dit was een van de grootste veldslagen. ‘Ikrimah Ibn Abi Djahl en anderen vonden de dood tijdens deze veldslag. De veldslag van al-Qaadisiyah tegen de Perzen plaats onder de leiding van Sa’d ibn Abie Waqqaas. ‘Amr Ibn Oem Maktoem, de gebedsoproeper, en anderen stierven tijdens deze veldslag.
Het jaar 16 H.: De veldslag van Djaloulaa’ en de verovering van al-Bayt alMaqdis. De invoering van de jaartelling. Ibn al-Musayyieb zei: “De eerste die de jaartelling vaststelde, was Omar Ibn al-Khattaab; tweeënhalf jaar na zijn aanstelling. Hij begon de jaartelling op te schrijven in het jaar 16 H. na overleg met Ali Ibn Abie Taalib.”
Het jaar 17H.: De uitbraak van een epidemie in ash-Shaam die vele slachtoffers eiste. De uitbreiding van de Profetische Moskee door Omar Ibn al-Khattaab. De uitbraak van de hongersnood in de Arabische schiereiland vanwege langdurige droogte. Het huwelijk van Omar met Oum Kalthoum de dochter van Ali Ibn Abi Taalib.
Het jaar 18 H.: De uitbraak van een andere epidemie in Jordanië die ook vele slachtoffers eiste. De verovering van verschillende steden.
Het jaar 19 H.: De verovering van Tikrit. In dit jaar werd Abdoellaah Ibn Hudhaafah as-Sahmie door de Byzantijnen gevangengenomen.
Het jaar 20 H.: De verovering van Egypte. De verovering van de stad Tustur (Iran). Al-Hurmuzaan, een onderkoning van de Perzische sjah, werd gevangen genomen en naar Omar in Medina gevoerd. De dood van Heraclius die door de boodschapper van Allah tot de islam werd opgeroepen.
Het jaar 21 H.: De verovering van Alexandrië. De slag van Nahawaand en deze behoort ook tot de grootste veldslagen.
Het jaar 22 H.: De verovering van Azerbeidjaan onder leiding van al-Moeghierah Ibn Shu’bah. De verovering van Tripoli en Djurdjaan.
Het jaar 23 H.: De verovering van onder andere van Karmaan, Sidjistaan en Asbahaan. De dood van Omar ibn al-Khattaab.